- 20 december 1961 - 208
Bij dit alles mag niet vergeten worden.dat het een terrein
betreft van ongeveer 10 ha. met een bebouwing van circa 200 huizen.
De bebouwingsdichtheid van 20 wordt veroorzaakt door de brede plant-
soenstrook, door de raad aanvaard bij het uitbreidingsplan, als zijnde
een uitlóper van het groen op de Eng naar het hart van Soest. De plant-
soenstrook betekent een verfraaiing voor de gehele wijk Soestdijk.
Daarom acht spreker het alleszins rechtvaardig de grondexploitatie van
zo'n terrein, dat bovendien de narigheid heeft omsloten te zijn door wo
ningen, zodat - uiteraard dure - doorbraken moeten worden geforceerd,
steun te geven uit de algemene dienst.
Dat is evenwel niet nodig, want in deze grondexploitatie is een
bedrag van 147.200,-- opgenomen voor kosten van stadsuitleg, dat
het alleszins mogelijk maakt met een ruimere opzet uit de bus te komen.
De financiële commissie behoeft geen vrees te koesteren voor de gehele
opzet. Het lijkt spreker volkomen gerechtvaardigd deze 147.200,-- aan te
spreken indien het thans geraamde, kleine batige saldo te klein zou zijn.
Wanneer men ervan uitgaat dat een en ander ten dele moet worden
gedragen door de algemene dienst, kan nog worden vermeld dat hierbij
onder meer sprake is van 45.000,-- plantsoenaanleg en bovendien van
47.000,-- gekapitaliseerd onderhoud van deze plantsoenen. Gezien
de desbetreffende marges, die niet alleen door het grondbedrijf zouden
moeten worden gedragen - vanzelfsprekend wordt getracht een en ander
eruit te krijgen -, is het niet onverantwoord deze exploitatie, en daarmee
de grondprijs, te aanvaarden.
De heer E.LBERTSE kan een heel eind akkoord gaan met de rede
nering van de heer van Zadelhoff. Wanneer men ervan uitgaat dat be
paalde tekorten op de onderhavige exploitatie ten laste van de algemene
dienst moeten worden gebracht, wil hij er echter op wijzen dat men dan
de figuur krijgt, dat ten behoeve van bouw in de vrije sector - hetgeen
dus vrije vestiging en ook vrije prijsvorming inhoudt - een bijdrage
uit de algemene dienst wordt verleend. Gezien de unieke positie waarin
deze aannemer verkeert door het feit, dat hij met deze bouw kan begin
nen, vindt spreker het toch wat al te gek, wanneer voor een dergelijke
bouw bedragen ten laste van de algemene dienst zouden worden gebracht.
En indien dit dan per. sé zou moeten gebeuren, dringt hij aan op het in
ieder geval laten realiseren van de toezegging inzake het bouwen van 50
huurwoningen. Weliswaar is dit in het onderhavige gebied onmogelijk,
maar voor de bouw van deze huurwoningen zou een ander terrein kunnen
worden aangewez.en. Spreker is qua beleid van oordeel dat men dit wel
wat al te gemakkelijk weggeeft.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat het volkomen be
grijpelijk is, dat deze maatschappij de toezegging inzake de 50 huur
woningen niet gestand kan doen. De maatschappij wil het proberen huur
woningen te krijgen. Wanneer men echter ziet dat deze huizen gemid
deld komen op 32.000,--, 33.000,-- en men neemt daar l\ van,
dan voelt men wel dat hier .praktisch geen huurders voor te vinden
zullen zijn. Wel heeft de maatschappij toegezegd een gemakkelijke finan
cieringsregeling in het leven te zullen roepen voor de mensen die deze
huizen willen kopen.
De maatschappij kan de woningen niet in de premiesector bou
wen. Er is namelijk geen C-klasse meer. De premie-aanvrage is het vorig
jaar reeds ingediend. Men kan de maatschappij dus nietsverwijten. Deze
maatschappij is haar toezeggingen steeds nagekomen, zowel wat be
treft de bouw op het Vosseveld - waar zij voor hunrwoningen heeft ge
zorgd - als ten aanzien van de bouw op de Eng. Spreker gelooft niet dat
men deze zaak thans moet combineren met iets anders, want de gemeen
te heeft niets meer aan te bieden. Hij voelt er niets voor op het ogenblik
iets nieuws aan te halen. De gemeente heeft momenteel plannen liggen
- die allemaal wachten hetzij op toewijzing, hetzij op uitvoering - voor
ongeveer 1000 woningen. Moet men dan nu nog meer aanhalen?
- Men -