-20 januari 1961 - 22. kan spreker verzekeren, dat zij ook in voor het college moeilijke problemen achter het college staat. Met zorg heeft de protestants-christelijke raadsfractie uit de nieuw jaarsrede van de burgemeester vernomen, dat het aantal woningzoekenden per 1 januari 1961 met ruim 300 tot 1390 is gestegen. Wel verklaart het college in zijn antwoord op het afdelingsverslag dat geen vrees behoeft te bestaan voor vermindering van het toegewezen bouwvolume, omdat de gemeente een gedeelte van het in 1960 toegestane bouwvolume nog niet heeft besteed, maar zoals heden uit de couranten werd vernomen, hebben gede puteerde staten het provinciaal contingent woningwetwoningen voor 1961 over de verschillende gemeenten verdeeld, waarbij de toewijzing voor de provincie Utrecht in haar geheel belangrijk kleiner is en Soest slechts 64 woningwet woningen worden toebedeeld. Waar de woningnood in deze gemeente belangrijk stijgende is, wordt haar desondanks een geringer aantal woningwetwoningen voor 1961 toegewezen. Vanzelfsprekend oefent spreker hier geen kritiek, omdat hij ervan overtuigd is dat het college naar beste weten het woningprobleem behandelt, maar toch zal het goed zijn uit de raad stemmen te doen horen die deze gang van zaken absurd vinden. Van harte hoopt sprekers fractie dat B&W in deze diligent zullen zijn en alsnog zullen trachten extra bouwvolume voor Soest te verkrijgen» Dankbaar is de fractie dat gevolg is gegeven aan haar verzoek, gesteld bij de algemene beschouwingen van het vorige jaar, om aan kleine plaatselijke bouwers grind ter beschikking te stellen voor het bouwen van woningen. Gaarne neemt spreker aan dat dit binnen het raam van de mogelijkheden is geschied en hij vertrouwt dat ook dit jaar, zo mogelijk in ruimer mate, aan deze dringende behoefte aandacht wordt geschonken. De lang verbeide regeling van de financiële verhouding tussen het rijk en de gemeoiten is nog steeds in de pen. Het vorige kabinet kon het van 24 september 1956 tot zijn aftreden op 22 december 1958 niet tot de indiening van een wetsontwerp brengen. Het huidige kabinet wacht de dankbare taak orde te scheppen. Nu is weliswaar op 28 juli jl, aan de Tweede Kamer de memorie van antwoord met een gewijzigd wetsontwerp aangeboden, maar desondanks heeft de minister van binnenlandse zaken aan de gemeentebesturen medegedeeld, dat het wetsontwerp in het stadium van behandeling waarin het zich thans bevindt, nog geen voldoende basis biedt. Afwachten ie dus opnieuw geboden, de Protestants-christelijke fractie heeft er dan ook waardering voor dat de wethouder van financiën, ondanks de beperkte middelen, erin is geslaagd de voorgelegde sobere begroting te doen sluiten met een opname van 170.000,-- uit de algemene reserve, al mag het gemeentebestuur zich niet ontveinzen dat deze algemene reserve tot een bedriegelijk minimum is gedaald. Met waardering heeft sprekers fractie kennisgenomen van de mede deling in de aanbiedingsbrief met betrekking tot dQ bouw van enkele nieuwe scholen. Jammer is het dat nog geen goedkeuring is gegeven voor het bouwen van een christelijke kleuterschool in Soest-Zuid. Dat ook de vooruitzichten ten aanzien van de bouw van gymnastieklokalen niet gunstig zijn, is bekend. Desondanks vertrouwt spreker dat het college all'es in het werk zal stellen om alsnog tot verwezenlijking van de bouw van een of meer gymnastieklokalen te komen, daar de behoefte aan deze lokalen in de gemeente Soest toch wel zeer groot is. Ten slotte wijst spreker er op dat in de toekomstig te realiseren uit breidingsplannen in toenemende mate rekening wordt gehouden met het ge motoriseerd verkeer. Dat men bij het aanleggen van wegen niet wil overgaan tot het projecteren van bredere straten is met het oog op de grote daaraan verbonden kosten verklaarbaar. Toch kan door het aanbrengen van insteek- havens in de trottoirs zonder grote kosten aan de dringende behoefte aan parkeer- en uitwijkruimte worden tegemoet gekomen, - Dank -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1961 | | pagina 44