- 20 januari 1961 -
29.
provincie ervan verwacht en die men er in vroeger jaren heeft gekend.
Al deze dingen brengen een enorme vertraging met zich mede. Deze
vertraging is enerzijds te betreuren; anderzijds heeft zij de mogelijkheid
gegeven om door middel van het structuurplan te komen tot de bouw van
een plaats die inderdaad goed gesitueerd zal zijn. Het is natuurlijk jammer
dat de totstandkoming van deze plannen - de gemeente maakt die niet zelf -
nog wel eens vertraging ondervindt. Het werk bij de gemeente duurt inder
daad hetrekkelijk lang, maar wanneer men genoodzaakt is het werk aan
anderen op te dragen - men denke aan hfet rioleringswerk, het architecten-
werk en het uitbreidingsplannenwerk - dan blijkt telkens dat deze het ook
niet vlugger kunnen. Men noemt wel een bepaalde streefdatum, maar die
wordt altijd met maanden en maanden overschreden, ook al weer door het
gebrek aan arbeidskaartenen voorts door - daar gaat het hele leven op het
ogenblik aan mank - de vele instanties waarmede men heeft te maken en
die het werk onnodig zwaar maken. Hiermede wil spreker overigens niet
een verwijt tot deze instanties richten. Hij kan niet anders zeggen dan dat
de gemeente zowel van de provincie als van wederopbouw de grootst moge
lijke medewerking ondervindt. De moeilijkheid zit echter in het systeem,
waaronder men moet werken.
Voor het gedeelte tussen de doortrek van de Lange Brinkweg en de
Ferdinand Huijcklaan zal in de toekomst inderdaad een uitbreidingsplan
moeten komen. De mogelijkheid om dit uitbreidingsplan op dit moment tot
stand te brengen ziet spreker echter nog niet zo erg. Wel zal het mogelijk
en misschien zelfs noodzakelijk zijn die grond een bestemming te geven,
zodat de verwerving ervan wat gemakkelijk zal zijn. Er moeten nu eenmaal
een weg en een riool door dit terrein komen. Op het ogenblik is men het
ongeveer 1200 woningen bezig. Het eerst noodzakelijke is dat deze tot
stand komen. Dan behoeft men aan die uitlaatklep achter de toren niet zo
hard te werken. Wel zal moeten worden doorgegaan in het gebied waar
moeten komen de woningen waarnaar door de raad zo wordt gevraagd,
namelijk de woningwetwoningen en de premiewoningen in de A-klasse.
Met betrekking tot de bijdrage die de laatste woningen tot opheffing
van de woningnood kunnen leveren, wijst spreker er op dat men goed moet
beseffen, dat daarvan wellicht nog een kleiner aantal zal worden toegewezen
dat het aantal woningwetwoningen dat men krijgt. En dan weet men wel
waaraan men toe is'.
Inderdaad heeft de dienst gemeentewerken de laatste tijd wel eens
wat ongelukkige dingen gedaan. Gemeentewerken is een bedrijf dat evenals
de politie erg aan de weg timmert en waar iedereen alles van ziet. En dan
ondervindt men uiteraard kritiek» Spreker heeft de laatste jaren wel ge
zegd dat langzamerhand een sneeuwbal van werk op de gemeente Soest zal
aankomen. Dit begint op het ogenblik reeds, al is het op dit moment veelal
nog een papierenlawine. Spreker heeft daarbij wel gezegd zijn hart vast
te houden ten opzichte van de vraag, of men al dat werk wel aan kan» Het
gaat niet alleen om het aantrekken van een paar mensen meer. In de eerste
plaats zal de organisatie goed moeten zijn. In het Antwoord heeft het col -
lege reeds medegedeeld voornemens te zijn met een organisatierapport
te komen. Dat is niet een rapport waarin iemand de organisatie van de
dienst eens op papier heeft gezet. Dat laatste is niet zo'n grote kunst.
Enkele jaren geleden is de dienst al zodanig georganiseerd, dat hij op
papier op het ogenblik vrij goed is. Bij bedoeld onderzoek - waar spreker,
hoewel hij daar vroeger wel eens anders over gedacht heeft, volledig achter
staat - zal in de eerste plaats moeten worden bezien of het aantal personen
voldoende is en of de ambtenaren niet te zwaar worden belast door het vele
werk, terwijl in de tweede plaats moet worden nagegaan of men wel de
- juiste -