1 6 mei 1962. indien het volledig staat op de in het voorlopig koopcontract opge nomen grond. Is dat niet het geval, dan hebben burgemeester en wethouders ingevolge het vorige raadsbesluit de bevoegdheid om van de 20 000--de desbetreffende 17. 000-- zo aan S .E C te geven. Voor S.E.C. blijft het precies hetzelfde. Het gaat er slechts om, dat deze vereniging het geld krijgt. De wethouder ORANJE vraagt zich af, of het niet beter is zich thans te beperken tot het voorliggende ontwerp-besluit om dan in de volgende vergadering te komen met een afgerond voorstel De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat men hier een keer doorheen moet. Deze mensen willen ook vooruit. Spreker zou de zaak niet verder willen uitstellen. In maart van het vorig jaar heeft de raad al het besluit inzake die 60.000,-- genomen. De goedkeuring van dat besluit heeft, naar hij meent, tot in oktober op zich laten wachten. Wanneer men nu de zaak nog verder uitstelt, komt S.E.C. voor de moei lijkheid te staan, dat ze deze kleedgelegenheid niet voor het volgende seizoen kan stichten. Er is geen sprake van overschrij ding van het indertijd verleende krediet. Het gaat alleen om het feit dat er voor aankoop van het kleedgebouw een raadsbesluit nodig is Spreker stelt daarom voor het college te machtigen tot aankoop van het kleedgebouwtje ad 5.000,-- over te gaan, wanneer het inderdaad volledig staat op de grond die in het voorlopig koopcontract met de eigenaar van Bos en Duin is op genomen. Valt de grond niet volledig onder dit contract, dan heeft het college de vrijheid de 17.000,-- aan S.E.C. te ge ven De heer HILHORST is het er volledig mede eens, dat het gemeentebestuur zoveel mogelijk aandacht aan de mogelijk heden tot sportbeoefening moet schenken. Dit mede met het oog op de vrijetijdsbesteding. Hij vraagt zich echter af, of er door de onderhavige weg te bewandelen, van de zelfwerkzaamheid der verenigingen niet erg weinig zal overblijven. De verenigin gen moeten toch in staat zijn zelf deze gebouwtjes te onderhou den. Wanneer de gemeente de gebouwtjes overneemt om ze weer aan de verenigingen te verhuren, is de gemeente als ver huurster ook volledig onderhoudsplichtig. Dat betekent dat de verenigingen zonder meer van de gebouwtjes gebruik kunnen maken, terwijl het onderhoud enz. van gemeentewege dient te geschieden. De leden van de sportverenigingen moet echter toch ook voor deze vorm van vrijetijdsbesteding bepaalde of fers willen brengen. Spreker zit niet voldoende in de materie om dit geheel te kunnen beoordelen. Men sluit de drang bij de leden om offers te brengen door de onderhavige gang van zaken z.i. toch wel geheel uit. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat eenzelfde opmerking het vorig jaar is gemaakt. Toen heeft hij gezegd: Er blijft nog voldoende voor de verenigingen over om te doen - hetzij in de vorm van het opbrengen van geld, hetzij door het beschikbaar stellen van arbeid. Dat dit ook gebeurt kan men constateren bij het clubhuis van B.D.C. Dit clubhuis is voor 25.000,-- gesticht. Spreker zou daar echter niet gaarne bijleggen het verschil met de werkelijke waarde van dat clubhuis. Dit resultaat is bereikt kunnen worden, door dat leden, oud-leden en begunstigers hebben gezegd: En wij zorgen dat dit clubhuis er komt'. Het onderhoud van de clubgebouwen komt inderdaad - 141 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 143