17 januari 1 962 in de orde van grootte van 1 miljoen liggen. Het ingenieursbureau heeft gezegd ook het maken van een onderdoorgang op dit punt te wil len bekijken. Bij een onderdoorgang behoeft namelijk minder te wor den afgebroken. Spreker vreest echter dat de kosten van een onder doorgang wel zullen komen te liggen in dezelfde orde van grootte als die van een viaduct. Daar komt nog bij dat deze tunnel pas vrij hoog op de Eng weer niveau zou uitkomen, althans wat de autoweg be treft. De uitgang voor fietsers en voetgangers kan wel uitmonden op de onderste weg, evenwijdig aan de spoorlijn. Er is tegen het uit breidingsplan een bezwaarschrift ingekomen in verband met de be bouwing nabij de begraafplaats Men vond namelijk de bebouwing ter plaatse wat dicht op het kerkhof staan. Dit bezwaarschrift heeft het college aanleiding gegeven om te bekijken, of in deze een andere oplossing is te vinden, waardoor wordt tegemoetgekomen aan het be zwaarschrift. Daarbij is gebleken dat het zeer wel mogelijk is een gelijkvloerse aftakking van de Eng naar de Middelwijkstraat te ver krijgen. Op het ogenblik wordt nagegaan of dit inderdaad technisch voor elkaar is te krijgen. Daar kan spreker thans verder niets van zeggen. Het gehele gebied op de Eng krijgt in de toekomst echter drie wegen naar beneden: de Dalweg, de Molenstraat en iets in de buurt van de openbare school aan de Middelwijkstraat. Het college meent dat hiermede de zaak, wat betreft het verkeer op de Eng, vol doende naar deze zijde van de spoorlijn is gebracht. De hoofdrichtin gen op de Eng lopen namelijk parallel met de spoorlijn, zodat vrij veel verkeer zal gaan in de richting van de Julianalaan, de Prins Hendriklaan e.d. Wanneer men dit alles ziet, gelooft spreker dat men, uit een oogpunt van verkeer s stromingen op de Eng, aan de drie genoemde uitwegen meer dan voldoende heeft. Hij kan zich dan hoog stens nog indenken dat de raad zou zeggen: Bij de Molenstraa,t blijft men met knipperlichten zitten; wanneer men in de hoofdwegen - de grote weg, de Dalweg en bij voorbeeld de Ossendamweg - de spoor wegovergangen met halve bomen beveiligd, is dan ook niet de Molen straat, die in het hart van de Eng uitkomt, een weg die beter met hal ve bomen dan met knipperlichten kam worden beveiligd? De Talmalaan speelt als verkeersweg geen rol. Het is een betrekkelijk smalle weg en zij kan zeker niet worden gezien als een belangrijke verkeersader naar de Eng. Het gemeentebestuur dient ook de andere kant van de medail le te bezien en zich af te vragen, wat er gebeurt bij de afsluiting van de overweg in de Talmalaan. De tegen deze afsluiting ingebrachte be zwaren zou spreker in tweeën willen knippen: a. de bezwaren van de bedrijven langs de grote weg en b. de bezwaren van de eigenaren van de woningen aan de Talmalaan. Het vreemde is dat de laatste cate gorie alleen omvat de bewoners van de Talmalaan, die aan deze kant van het spoor wonen, terwijl men van de bewoners aan de andere kant - welke mensen juist het spoor over moeten - niets hoort. Iedereen weet dat spreker begrip heeft voor de belangen van de bedrijven. Hij kan echter niet zien de bezwaren, die thans door de bedrijven naar voren worden gebracht. De laatste jaren is reeds veel op de Eng gebouwd, hetgeen de betrokken bedrijven zeker ten goe de is gekomen. Wanneer de overweg in de Talmalaan wordt afgesloten, kan spreker zich theoretisch voorstellen, dat een aantal mensen geen gebruik zal maken van de Dalweg - die nog een slechte overgang heeft - maar de andere kant om zullen lopen. In de woningen tussen de Dalweg en de Molenstraat zullen echter - afgezien van de bebouwing achter het toekomstige politiebureau en de ambachtsschool - zeker een 2200 mensen komen te wonen. In deze bebouwing zullen slechts zes en dan nog uitgesproken buurtwinkels komen. Spreker kan zich - 13

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 14