1 7 januari 1962 De heer DIJKSTRA: Dat is een heel oud plan'. De VOORZITTER zegt dat dit een plan van 1946 is. Dit plan hadden de spoorwegen opgesteld om een escape-mogelijkheid te hebben, wanneer zich iets zou voordoen op de drukke lijn tussen Utrecht en Amersfoort. Later hebben de spoorwegen dit plan laten varen omdat de kosten ervan toch te hoog werden. De lijn Baarn-Den Dolder is echter in tact gebleven. In de eerste plaats doordat de inzichten ten aanzien van het autobus vervoer gewijzigd zijn na de oorlog. In de tweede plaats heeft men deze lijn willen behouden als een escapemogelijkheid voor het geval er iets zou gebeuren op de lijn Den Dolder-Amersfoortdie een van de drukste van Nederland is. Spreker tilt dus niet zo zwaar aan de eventuele opheffing van de lijn Baarn-Den Dolder. Het zou boven dien zeer inconsequent van de spoorwegen zijn om, wanneer ze aan op heffing denken, het station Soest-Zuid te stichten en enkele tonnen aan de elektrische beveiliging uit te geven. Zouden de spoorwegen inder daad aan opheffing denken, dan zouden ze terecht zeggen: Wij hebben alleen belang bij de lijn Utrecht-Amersfoorthet lijntje Baarn-Den Dolder gaat er toch uit; daar doen wij niets meer aan. Het laatste punt betreft ook net de dwangpositie waarin de gemeente op het ogenblik verkeert. Wanneer de gemeente thans mede werking verleent - en hoe die medewerking zal moeten worden verleend, heeft de raad uiteindelijk te beslissen - dan verhindert men in ieder geval niet de elektrische beveiliging van deze lijn. Iedereen heeft nu wel gesproken over de veiligheid, maar laat men zich toch realiseren dat met het thans gedachte systeem een betere beveiliging alsmede kortere wachttijden zullen ontstaan. De heer DIJKSTRA merkt op dat de voorzitter zegt, dat de Nederlandsche Spoorwegen niet de inconsequentie zullen begaan, voor deze lijn kostbare investeringen te doen, terwijl ze niet zeker zijn van het voortbestaan van de lijn. Een dergelijke gang van zaken is echter toch wel vertoond. Spreker noemt als voorbeeld de lijn Den Haag-H.S., Wassenaar, Sche veningenDeze lijn is door de Duitsers in de oorlog gesloopt en geplunderd. Het was een dubbelsporige lijn. In 1947 is deze lijn dubbelsporig en volledig geëlektrificeerd heropend. En zij is weer opnieuw gesloten in 1958. Hier heeft men een voorbeeld van een kost bare herinvestering, waar de spoorwegen toch geen been in hebben ge zien, omdat het niet meeviel. Spreker hoopt overigens van harte dat het lijntje Baarn-Den- Dolder tot in lengte van jaren zal blijven bestaan. Deze lijn is voor de Soester ingezetenen bepaald van belang. Hij komt echter met concrete feiten: wanneer men de spoor wegkaart van 1923 ziet, blijkt dat 90% van alle lokaallijnen is verdwe nen. En hij heeft voorts aangehaald de zeer duidelijke uiteenzetting van niemand minder dan de heer Den Hollander Hetgeen hij in het mid den brengt, betreft dus geen praatjes onder een borrel bij de haard, maar is bepaald gedocumenteerd. In de beantwoording door de voorzitter mist spreker een over tuigende afwijzing van het alternatief: A.H.O.B. plus A.K.I. De spoorwegen hebben destijds een A.H.O.B. aan de Talmalaan en een A.K.I. aan de Dalweg voorgesteld. Dit is terecht door het college afge wezen. Maar waarom de zaak dan niet omgedraaid: een A.H.O.B. aan de Dalweg en knipper lichten aan de Talmalaan? De voorzitter zegt dat dit niet mogelijk is, omdat de spoorweg bij de Talmalaan een bocht maakt. De spoorweg maakt daar echter geen bocht. De spoorweg loopt aldaar nog over een recht stuk. De bocht begint daarna. Er zijn voor beelden te over van knipperlichten- of A HOB -overwegen in een bocht direct na een station. Men denke bij voorbeeld aan Baarn, waar de overweg in de Generaal van Heutszlaan nog op het emplacement ligt - 15 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 16