29 augustus 1962 heel veel goeds toe. En moge u de tijdens uw raadslidmaatschap verworven kennis en inzicht ook in de komende jaren ten nutte zijn. Zoals u weet, vertoeft wethouder van Zadelhoff nog in het buitenland en is hij daardoor vandaag niet aanwezig. De heer van Zadelhoff heeft mij telegrafisch verzocht de raad te danken voor het vertrouwen en u allen hartelijk van hem te groe ten. Ik voldoe bij deze gaarne aan dit verzoek. Dames en heren. Aan het. einde van een periode van de raad, eindigt ook het college als zodanig. Ik geloof dat dit niet de plaats is om van de wethouders afscheid te nemen. Maar ik wil toch wel ten overstaan van u mijn grote dankbaarheid uitspre ken voor het feit, dat wij als college in de afgelopen periode zo bijzonder prettig en kameraadschappelijk hebben mogen samenwer ken. Er ontstaat toch wel een band, doordat men wekelijks, zo niet dagelijks te za.men problemen moet bezien en tot een oplos sing moet trachten te brengen, .n goede en in kwade dagen moet het college dit samen dragen. Daarbij is een band ontstaan, waar voor ik de wethouders heel erg hartelijk wil danken. Mevrouw VAN GOOR-Cleton spreekt hierop als volgt: Mijnheer de voorzitter Ik dank u voor uw vriendelij ke woorden. Ik heb het bijzonder op prijs gesteld deze vier jaar raadslid te mogen zijn. Ik heb altijd goed geluisterd; ik heb nooit veel gezegd, maar ik geloof wel veel tijdens deze per iode te heb ben opgestoken. Daarna zegt de heer D. DE HAAN: Mijnheer de voorzitter®. Ik wil mij gaarne bij de woorden van mevrouw van Goor aansluiten. Ook ik heb hier heel wat geleerd. Ik heb vooral in de commissievergaderingen ge merkt, dat hier bijzonder nuttig werk gebeurt. Ik geloof met u dat in de commissievergaderingen het meeste werk geschiedt. Dat wordt niet altijd aan de openbaarheid prijsgegeven, maar ik geloof wel dat. men als raadslid in de commissies zich het best kan uitleven en. het best in de problemen kan duiken. De een heeft meer woorden nodig dan de ander. Ook ik ben niet iemand die m de openbare raadsvergaderingen veel heeft gezegd. ïk wens u toe - dus zowel het college als de nieuwe raad - dat u onder Gods zegen tot heil van de gemeente Soest mag v/erken. Want de gemeente Soest is dat. wel waard". De heer BOUWMAN zegt daarop het volgende: Mijnheer de voorzitter'. Als "benjamin" wil ik u har telijk dankzeggen voor de door u tot mij gesproken woorden. Ik ben blij eens in de keuken van de gemeente te hebben mogen kijken. Ik heb altijd zeer veel interesse gehad voor de openbare zaak, vooral wat het onderwijs betreft. Ik ben dan ook blij drie maanden met u te hebben mogen samenwerken. Ik wens uw col lege en de komende raad zeer veel vruchtbare arbeid toe in het belang van de Soes ter gemeenschap. De VOORZITTER dankt de sprekers voor hun woorden en sluit vervolgens, te 21.15 uur, de vergadering. iMdus vastgesteld op 20 december 1962. De secretaris, De burgemeester,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 195