21 november 1962. Spreker zal daarop niet ingaan, omdat hij weinig nut - weinig uit komst ziet in een discussie, waarvan hij vreest dat zij bf zal prikkelen bf zal verzanden - hij moet misschien zeggen: zal ver zanden in een geprikkelde stemming - en daarmee is niemand gediend Liever beperkt hij zich tot de kern van de zaak, tot de vraag: Moet de rijksweg 1 b over de Eng komen en wat is de betekenisvan de conlusie, waartoe de raad op 15 november 1961, toen in verband met het streekplan, is gekomen. Aan de discussie in de raad van 15 november 1961 heeft spreker niet deelgenomen. Dat heeft hij bewust niet gedaan, omdat hij een van de meerderheid van het college afwijkende me ning had en het op dat moment niet juist vond, van zijn afwijken de mening in het openbaar blijk te geven. Dit tevens in antwoord op de opmerking van de heer van Zadelhoff dat spreker vier jaar aan de beslissing heeft deelgenomen. Hij heeft zich vier jaar te gen de rijksweg op de Eng in het college verzet. Hij is nu van die loyaliteit ontslagen en hij doet nu niemand tekort met wèl zijn mening te geven. Hij heeft nooit bestreden dat er over de Eng een straat moet komen. Die straat zal ook naar zijn inzicht ruim en breed moeten worden, de hoofdader in de gemeentelijke struc tuur, het bindend element in het gemeentelijk verband. Een rijksverkeersweg die verschillende delen van het rijk verbindt als autosnelweg, is wat anders en heel wat an ders. De bestemming van een dergelijke weg is niet de verzor ging van de belangen van de gemeente Soest, maar de verzorging van de belangen van het deel van het rijk rondom Soest. Daar staat Soest niet buiten; het heeft er wel mee te maken, maar het draait niet om zijn belangen. Wel worden er eventueel belangen van Soest aan opgeofferd. Het is de taak van de leden van de raad zich er rekenschap van te geven of en in hoeverre de aan wezigheid van een 4-baan.srijkssnelweg in de lengte door de kern der gemeente, een weg waar zij niets, maar dan ook helemaal niets over te zeggen zou hebben, het Soester belang dient. Het verdriet van de tegenwoordige Soester gemeen schap is dat zij een kern, een middelpunt mist. De raad streeft ernaar dat voor de toekomst te bereiken. Komt deze rijkssnel weg er, dan zal die de kern weer splijten voordat deze is ont staan. Dan heeft de raad de kans om de ontwikkeling van die kern te dienen met een goede hoofdstraat, voorbij laten gaan. Naar sprekers vaste overtuiging zal men het binnen zeer korte tijd diep betreuren, als Soest in plaats van een dergelijke stede lijke hoofdweg een rijkssnelweg krijgt. Tot nog toe heeft in de eerste plaats het college de plannen in de richting van een rijksweg over de Eng bevorderd, en de raad heeft het college daarin tot nog toe niet tegengehouden. In antwoord aan de heer de Bruin tracht het college nu de raad te binden aan eerder gehouden besprekingen. Het college gebruikt daarin het woord ''principiële beslissing". Spreker zal als op deze wijze de rijksweg over de Eng er mocht komen, zijn handen niet in onschuld wassen, want dan zou hij zichzelf hebben te ver wijten, dat het hem aan overtuigingskracht heeft, ontbroken om de raad te behoeden voor een fataal besluit. Maar ook hem ver ontrust de procedure, die voor de besluitvorming in de raad wordt gevolgd. Op 15 november van het vorige jaar kende voor aan leg van een rijksweg over de Eng geen der raadsleden meer dan een vage aanduiding. Spreker wil hopen dat zijn medeleden beter - 241 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 241