21 november 1962. raad heeft nu uit diens mond gehoord dat de gemeente in dit op zicht nog geen enkel plan heeft. Spreker constateert deze mede deling met genoegen. Naar hij heeft beluisterd, voelt ook mevrouw Polet zich niet gebonden aan het resultaat van de besprekingen van 16 november 1961, waaruit het college deze principiële beslis sing meende te mogen afleiden. In tegenstelling tot de heer Hil- horst - aldus spreker - die meent dat wij zo zachtjes aan ons bekomst wel zullen hebben gehad, meen ik te mogen constateren De heer HILHORST: Als je daarvan nog niet over tuigd bent, wordt het onderhand toch wel tijd. De VOORZITTER: U moet uw beurt afwachten, mijn heer Hilhorst De heer ORANJE zegt dat het hem genoegen doet dat de voorzitter de heer Hilhors' tot de orde heeft geroepen. Hij meent meer stemmen te hebben gehoord die in overeenstemming zijn met wat hij gezegd heeft dan stemmen die daar tegenin gaan De heer DE BRUIN vraagt of de raad de detailkaart nu wel of niet te zien krijgt. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat het college daartegen geen enkel bezwaar kan maken. Als de raad de kaart wenst te zien, heeft de raad het recht ze te zien. Maar dan zal het de raad ook duidelijk zijn waarom burgemeester en wethou ders ze niet aan de mensen laten zien. Dat is namelijk hun taak niet. Zij zijn in deze hele materie intermediair voor gedeputeer de staten, die hun hebben gevraagd de mensen aan te schrijven, zodat zij tot een eenvoudiger procedure kunnen overgaan, waar van spreker zich nog altijd afvraagt of zij geheel rechtens is Als door een wijziging van een streekplan nieuwe mensen gedu peerd worden, moet eigenlijk dit streekplan opnieuw ter visie worden gelegd. Nu wordt een uitbreidingsplan ook niet altijd op nieuw ter inzage gelegd als de raad aan bepaalde bezwaren te gemoet komt en het plan wijzigt. Gedeputeerde staten doen nu hetzelfde, maar in versterkte mate en verzoeken daarbij het college de mensen die nu geschaad kunnen worden, voor meer dere rechtszekerheid van die mensen aan te schrijven. Er is geen enkele reden dat verzoek te negeren en verder dan dat gaat de taak van burgemeester en wethouders op het ogenblik niet De heer DE BRUIN vraagt of de raad de detail kaart nu te zien krijgt. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat de raad ze volgende week kan zien. De vragen van de heer de Bruin worden aangenomen voor kennisgeving. b. Vragen van het raadslid P.C. Pieren inzake een provinciaal opslagterrein te Soesterberg met antwoord van burgemeester en wethouders met voorstel dit voor kennisgeving aan te ne men De heer PIEREN heeft uit het antwoord begrepen dat gedeputeerde staten moeilijkheden hebben bij de toepassing van de schoonheidsverordening en nu in de aankoop van deze grond een middel willen hebben om tot ontruiming van opslagplaatsen te komen. Nu is de s choonheids verordening er ter bevordering van het landschapsschoonSpreker vraagt zich af of het schoon van Soesterberg door de plannen van gedeputeerde staten wordt bevorderd Volgens het antwoord zal het opslagterrein zijn van - 249 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 249