21 februari 1962. De heer DIJKSTRA zegt niet lichtvaardig over het voorstel tot aankoop van grond van de familie Westerveld te hebben heen gestapt. Eerst nu bemerkt hij echter, dat het voorstel wordt ingetrokken, zon der motivering. Bedoelde aankopen hadden de gemeente dus een ton gekost. Dat blijkt dus wel gemakkelijk te kunnen. Een A.H.O.B. bij de Talmalaan zou overigens geen ton kosten. De heer Scheffelaar heeft de raad er volkomen terecht op gewezen, dat het natuurlijk onzin is de onderhoudskosten te kapitaliseren en bij de kapitaalsuitgaven op te stellen. Dat gebeurt nooit en dit doen ook de spoorwegen in geen enkel geval De VOORZITTER zegt dat het niet mogelijk is de spoorlijn te Soest te vergelijken met de Maliebaanspoorweg die door de stad Utrecht loopt. Wanneer men een vergelijking wil maken, dan moet men dit doen met b.v. Vught. In Vught loopt de spoorlijn ook door een betrekkelijk verspreide bebouwing, met een enorm aantal overwegen. In Vught is in samenwerking tussen gemeente en spoorwegen een op lossing tot stand gebracht, waarbij enorm veel overwegen zijn opgehe ven. De overgebleven overwegen zijn behoorlijk beveiligd. Daar is iedereen content mede. Hierop wordt het voorstel van het college in stemming ge bracht en verworpen met 14 tegen 4 stemmen. Tegen hebben gestemd de leden: van Roomen, de Bruin, van den Arend, mevrouw Muurling-Voorthuis mevrouw van Goor- Cleton, Hilhorst, Grift, D. de Haan, Pieren, Hom, Klarenbeek, Brouwer, Dijkstra en Elbertse. Voor hebben gestemd de leden: Versteijne, K. de Haan, Oranje en van Zadelhoff De VOORZITTER zou nu graag weten, wat er verder moet gebeuren. De raad heeft thans dus gezegd tegen opheffing van de over weg in de Talmalaan te zijnDit wil zeggen dat daar nu A HO B s komen, hetgeen de gemeente niets kost, terwijl er bij de huidige smal le Dalweg knipperlichten komen. De heer DIJKSTRA: Geenszins De VOORZITTER: Dit is de consequentie. De heer DIJKSTRA: Geenszins; er zijn diverse oplossingen mogelijk De heer HILHORST: Wanneer dat inderdaad de consequen tie is, dan verzoeken wij het college opnieuw met de spoorwegen in onderhandeling te treden, ten einde een andere voorziening te verkrij gen dan die welke de consequentie van de uitslag van de zojuist gehou den stemming zou zijn. Voortgaande zegt spreker dat de voorzitter zojuist heeft opgemerkt, dat de opheffing van de nog bestaande overwegen een punt voor de toekomst is. Nadat het in de commissie aan de orde was ge steld, is bij het nieuwe overleg met de spoorwegen de mogelijkheid gebleken om op rekening van de spoorwegen de Molenstraat op andere wijze te beveiligen dan tot nu toe het geval is geweest. Spreker neemt aan dat dit resultaat is bereikt na de daaromtrent in de commissie ge dane suggestie. Ook dit betreft een vooruitlopen op een in de toekomst per se noodzakelijke sanering. Spreker gelooft daarom dat men niet moet zeggen, dat bepaalde punten in de toekomst zullen worden beke ken. Men brengt nu de voorzieningen aan. Het is daarom zaak dat opnieuw met de spoorwegen overleg wordt gepleegd, ten einde tot een financieel vergelijk te komen ten aanzien van het aanbrengen van halve overwegbomen bij de Dalweg. Getracht moet worden van de spoorwegen daarvoor een zo groot mogelijke bijdrage te verkrijgen. Voor het resterende bedrag zal de raad dan in een volgende vergade ring - helaas - een krediet moeten verstrekken. - 78 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 80