28 februari 1962. Spreker heeft daarom toen voorgesteld direct in openbare vergadering over te gaan. De behandeling van de onderhavige materie is begonnen in de januarivergadering. De raad was toen van oordeel, dat hij een betere voorlichting van node had dan in die vergadering kon worden gegeven. Daarop heeft een functionaris van de spoorwegen de raad voorgelicht, waarna de raadsvergadering heeft plaatsgevonden, waarin is besloten de Talmalaan niet af te sluiten - een andere be slissing dan die welke het college had gewenst. En thans is de raad opnieuw bijeen ter behandeling van deze materie. Intussen zijn de besprekingen doorgegaan. In plaats van hetgeen spreker had gehoopt, namelijk dat hieruit zou voortvloeien het behoud van de overweg in de Talmalaan met een geringe financië le bijdrage der gemeente, krijgt de raad thans te horen dat met be veiliging van Talmalaan en Dalweg op de door hem gewenste wijze, niet de aanvankelijke genoemde 70.000,-- met een jaarlijkse bij drage van 2.000,--, maar nog geheel andere bedragen zijn ge moeid In de vorige vergadering is erop gewezen, dat men deze gehele materie moet zien in het licht van een sanering tussen Soest en Soestdijk. Bij deze sanering hebben de spoorwegen groot belang. Immers: deze sanering betekent het opheffen van zeven overwegen. De voorzitter heeft zoéven gesteld, dat de spoorwegen de opheffing van de ze overwegen van gering belang achten, omdat daardoor in feite geen bezuiniging ontstaat. Het spijt spreker dat dit zo gesteld wordt. Hij krijgt de indruk dat de spoorwegen, nu ze hun plannen niet verwezenlijkt zien, een houding gaan innemen van: Wij hebben toch altijd het recht aan onze kant; kom maar met bijdragen van die en die hoogte; alleen dan zullen wij uw verzoek inwilligen. In het beginstadium van de behandeling van deze aangelegenheid is echter gesteld: Wil men de Talmalaan openhouden, dan zijn de spoorwegen niet genegen de kosten van de verbrede overweg in de Dalweg ge heel voor hun rekening te nemen. Een ogenblik werd zelfs nog ge steld: Dit valt ons niet mee, want de spoorwegen zouden zelfs nog meer hebben aangeboden. Uiteindelijk heeft de raad - volledig over tuigd van de consequentie dat dit geld zou kosten - besloten de Tal malaan open te houden en de Dalweg de met het oog op de toekom stige ontwikkeling noodzakelijke beveiliging te geven. En vanavond wordt de raad voor het feit gesteld, opnieuw te besluiten over het al dan niet openblijven van de Talmalaan. Dit had spreker helemaal niet verwacht. De uitspraak van de raad was wel zo overtuigend, dat het college daaruit de conclusie had moeten trekken: Wij moeten trachten een financieel zo gunstig mogelijk oplossing te verkrijgen, met behoud van de overweg in de Talmalaan. Men zal begrijpen dat de K. VP-fractie over deze zaak geen enkel overleg heeft kunnen plegen, want men wist in het geheel niet wat vanavond precies zou worden behandeld. Spreker kan dan ook niet namens zijn fractie het woord voeren. Hij constateert echter dat de houding van de spoorwegen tegenvalt. Wanneer de spoorwegen durven te beweren dat in de hiervoor genoemde sanering geen bezui niging voor hen ligt opgesloten en dat daartegenover geen offer be hoeft te worden gesteld, dan is dit een houding die in hoge mate is te betreuren. Overal elders in het land nemen de spoorwegen ten aan zien van soortgelijke situaties een geheel andere houding in. Daar komt bij dat de Korte Molenweg een openbare weg is. Ook de Veld weg - ten aanzien waarvan men een van de twee overwegen wil ophef fen - is een openbare weg. Wat deze overwegen betreft, kan men der halve niet spreken van een particulier door gangetje zonder meer. - 93 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1962 | | pagina 95