18 september 1963.
Spreker kan niet zo gauw overzien, of gemakkelijk andere terreinen
voor de speelplaats kunnen worden aangewezen. Voor enkele terreinen - name
lijk bij de flats aan het einde van Soesterberg - zal de raad een voorstel worden
gedaan. Of er in de onderhavige omgeving andere ruimte voor speelgelegenheid
is, weet spreker echter niet.
Hij stelt de raad voor het onderhavige voorstel te aanvaarden, onder
de restrictie dat de door de heer Elbertse aangesneden kwestie nader wordt be
keken. Over twee, drie weken zal de raad een rondrit door de gemeente maken.
Dan kan meteen worden gekeken naar de door de heer Elbertse genoemde ter
reinen
Spreker meent gisteravond van de heer Elbertse beluisterd te heb
ben, dat het niet eenvoudig is een plaats voor een aula te Soesterberg te vinden,
omdat een aula niet aan het dorpshuis/gebouw Wit-Gele Kruis kan worden ver
bonden. Daar blijkt men namelijk al ruimte tekort te komen.
De heer ELBERTSE merkt op dat een aula inderdaad niet zo maar in
een gebouw is onder te brengen. Wel zou men een aula als een belending kunnen
accepteren. Het terrein voor het dorpshuis en het kruis gebouw is echter zodanig,
dat het waarschijnlijk niet mogelijk zal zijn daar ook nog een aula te stichten.
Men zit daar toch al krap in de grond De mogelijkheid om bij het dorpshuis en
het kruisgebouw ook nog een aula te stichten is dus bijna uitgesloten. Het stich
ten van een aula aldaar zou dus ga.an ten koste van het dorpshuis of ten koste
van het kruisgebouw. Ook dit punt zou echter nog nader kunnen worden bekeken.
De VOORZITTER merkt op dat een aula in verbinding met het dorps
huis wel een aantrekkelijke kant heeft. Voor het dorpshuis zal namelijk een
conciërge nodig zijn. Ook een aula zou een dergelijke functionaris moeten hebben.
Bij een aula in verbinding met het dorpshuis zou deze voorziening echter kunnen
worden gecombineerd. Men zal de mogelijkheden in deze nog eens dienen te be
kijken
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
34. Voorstel tot vaststelling van de vergoeding over het jaar 1962:
aop grond van artikel 103, le lid en art.101, 4e lid der Lager-onderwijs wet
1920;
b. op grond van artikel 35, lid 2, van het besluit B. L.O. 1949;
c. als bedoeld in artikel 101 bis der Lager-onderwijswet 1920 (vakonderwijs).
35. Voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing en invordering van rech
ten voor het gebruik van het openbaar slachthuis te Soest en voor het verrichten
van keuringen buiten deze inrichting.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
136. Voorstel tot vaststelling van een nieuwe verordening regelende het beheer van het
gemeentelijk gasbedrijf.
De heer PIEREN merkt op dat in de laatste vergadering van de gas-
commissie een zeer interessant gesprek heeft plaatsgevonden over de toekomstige
ontwikkeling van de aardgas voorziening Daardoor is het onderhavige voorstel waar
schijnlijk tussen de wal en het schip gekomen. Spreker heeft ook bij andere leden
van de commissie geïnformeerd, maar men kan zich niet herinneren dat dit voor
stel in de gascommissie is behandeld. Hij stelt voor het voorstel aan te houden
en het terug te verwijzen naar de gascommissie.
De wethouder VAN DEN AREND merkt op dat de heer Pieren ongelijk
heeft. Hetgeen thans ter tafel ligt, is twee jaar geleden reeds ter sprake geko
men in de gascommissie. Er waren toen door gedeputeerde staten en ook door de
vereniging van Nederlandse gemeenten bezwaren ingebracht tegen de combinatie
boekhouder/kassier. De gascommissie heeft toen - wanneer spreker goed is in
gelicht - besloten deze aangelegenheid te doen bespreken met de heer Hofstra van
de vereniging van Nederlandse gemeenten. Dat is ook gebeurd. De kwestie is
echter zolang blijven liggen, omdat annex daarmede ter sprake is gekomen de
kwestie van de verhoging van het vernieuwingsfonds van 200.000,-- tot
f 300.000,--. Dat punt heeft nogal wat tijd gekost. Ook daarover is advie s ge -
- 138 -