L 963
1 6 oktober 1963.
grond niet in erfpacht mag uitgeven. Spreker gelooft dat dit een zodanig belangrijk
punt is, dat de raad daarover eerst intern eens rustig moet praten om vervolgens
in het openbaar een uitspraak daarover te doen.
Bij deze aangelegenheid spelen verschillende factoren een rol. Men
denke slechts aan een vraag als: Waarom zou men ten aanzien van een particulier
allerlei beperkende bepalingen in de verkoopvoorwaarden opnemen?
De heer KORTE vraagt of de raad deze aangelegenheid dan op korte
termijn zal kunnen behandelen
De wethouder VAN ZADELHOFF beantwoordt deze vraag bevesti
gend. Deze aangelegenheid zou behandeld kunnen worden in de bijeenkomst op de
laatste dinsdagavond van deze maand In de volgende raadsvergadering kan hier
over dan in het openbaar worden gediscussieerd.
Bij de onderhavige grond echter is het gevaar - wanneer men ten
minste van een "gevaar" wil spreken - dat de grond in erfpacht wordt uitgegeven,
naar sprekers overtuiging niet aanwezig.
De heer KORTE merkt op deze vrees evenmin te hebben. Wanneer
men ten aanzien van de erfpacht een bepaling in het contract gaat opnemen, dan
moet dat echter voor iedereen gelden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijkestemming aangenomen.
d. de Vinkenweg aan mevr. J A Stokwielder-Onwezen
e. de Vinkenweg aan R.Schuitema.
Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De wethouder VAN ZADELHOFF merkt op dat het feit dat deze bei
de nagekomen voorstellen nog in deze vergadering aan de orde worden gesteld
niet een gevolg is van een doordrijven van het college. Deze voorstellen zijn op
dringend verzoek van de betrokkenen alsnog aan de orde gesteld.
159-Voorstel tot het in erfpacht uitgeven van een stuk grond, gelegen nabij de Bos
straat, aan J.A Berveling te Soes'.
De heer VAN POPPELEN vraagt zich af of het niet wenselijk is
onder punt III van het ontwerp-besluit de verplichting op te nemen, dat langs de
spoorlijnzijde een hoge beplanting wordt aangebracht, zodat de opstallen meer
gel'soleerd komen te liggen.
De heer DIJKSTRA heeft geen bezwaar tegen het voorstel. Het
komt hem echter voor dat de gemeente deze grond voor lange tijd wel bijzonder
voordelig voor de betrokkene uitgeeft. De mogelijkheid bestaat dat er de komen
de 25 jaar veel verandert Spreker geeft het college in overweging de aanvullen
de voorwaarde in de overeenkomst op te nemen, dat de gemeente na 10 of 12
jaar het bedrag van de canon kan herzien.
De heer H1LHORST: Doelt de heer Dijkstra op een eventuele ont
waarding van de gulden?
De heer DIJKSTRA: Dat kan één van de redenen zijn. Er zijn
echter wel meer gronden voor een erfpachtgever om zich in het algemeen niet
voor zo'n lange termijn te binden aan een canon.
De heer HILHORST merkt op dat op deze grond dure opstallen
moeten worden geplaatst Het risico voor de betrokkene wordt wel zeer groot,
indien de mogelijkheid bestaat dat over 10, 12 jaar de canon belangrijk wordt
verhoogd
De heer DIJKSTRA heeft in de concept-overeenkomst gelezen,
dat de gemeente zich het recht voorbehoud op eenzijdige ontbinding, wanneer zij
de grond nodig heeft voor een object van algemeen nut. Daarin wordt dus reeds
voorzien
Spreker heeft zijn suggestie alleen gedaan met het oog op het be
zwaar dat de gemeente zich op een bepaalde canon voor zo lange termijn vast-
legd. Dit mede, omdat men rekening heeft te houden met een versnelling van de
muntontwaardmg
- 153 -