17 december 1963. h f 9-500,-- zullen bedragen Het bestuur brengt de volgende punten naar voren. In het bezoek aan een open zweminrichting zit veel wisselvalligheid doordat in ons klimaat het water dikwijls te laag van temperatuur is. Door het water te verwarmen wordt de gebruiksmogelijkheid van het bad belangrijk groter. Er is vrij veel geld in het bad geihvesteerd en dit komt beter tot zijn recht, wanneer de gebruiksmogelijk heid verruimd wordt. In Rhenen zijn pogingen gedaan om het water door middel van een heimachine te verwarmen, welke pogingen slecht zijn uitgevallen. In Soest is met de installatie uit Rotterdam gewerkt. Deze had ook bezwaren, doordat af- voergassen m het water vrijkwamen. Thans stelt men zich een gesloten systeem voor, waarbij geen aanraking met het water plaatsheeft. De gasbrandwaarde maakte bij de oude gastarieven een redelijke exploitatie niet mogelijk. Gebruik maken van aardgas zal een belangrijke daling van de kosten meebrengen, een reden te meer om nu met dit voorstel te komen. Doordat in Soest bij de gehouden wedstrijden het water werd ver warmd, hebben een aantal gemeentelijke zwembaden zich om inlichtingen tot de Vereniging van Nederlandse gemeenten of tot het college van burgemeester en wethouders gewend. De directeur van het gasbedrijf heeft contact opgenomen met de firma die de installatie levert en met verschillende overdekte baden. Op grond van al deze onderzoekingen heeft hij zijn rapport opgesteld. De tariefsverhoging kan beter bij de gewijzigde begroting worden behandeld. Het bad in Soest is het enige waarbij de verhouding in de prijs voor volwassenen en voor kinderen 2 1 is. In de meeste plaatsen betalen kinderen 2/3 of 3/4 van de prijs voor volwassenen. In het verslag van de directie van het bad wordt er op gewezen dat het staat als een paal boven water, dat verwarming van het bad de moge lijkheid tot schoolzwemmen bijzonder sterk vergroot. Bij een temperatuur on der 17° C. was het gebruikmaken van het bad voor kinderen uitgesloten. Het aantal kinderen dat per jaar zwemmen leert, blijft sterk achter bij het aantal kinderen dat ervoor in aanmerking komt. De achterstand in de zwemkunst wordt eerder groter dan kleiner. De heer Spanjer, redacteur van de Zwemkroniek, het officiële blad van de Koninklijke Nederlandse Zwembond, een gezaghebbend man dus, schrijft over het bad in Zwolle, dat door de industrie wordt verwarmd, en over het natuurbad in Soest, en stelt dat verbetering van het bezoek aan een open bad, wanneer men het water verwarming kan geven, evident zal zijn. Hij voegt er aan toe dat de ongerustheid van sommigen als zou door verwar ming van het water de verkoudheid toenemen, ongegrond is; er is in Zwolle niets van gebleken. De heer ORANJE zegt dat het college na een uitvoerige uiteen zetting van de raad een principiële en praktisch een definitieve beslissing vraagt. Wat is, zo vraagt hij, het verschil tussen een principiële en de uitein delijke beslissing? De wethouder DE HAAN wijst er op dat wanneer de raad thans reeds het krediet zou toestaan, daarop nog dit jaar zou moeten worden afgeschreven. Wordt daarentegen eerst in januari het krediet toegestaan, dan behoeft er eerst in 1964 op te worden afgeschreven. Het gaat thans alleen om de vraag of de raad er in principe mede akkoord kan gaan dat de installatie wordt aangeschaft. Ge deputeerde staten kunnen zich er dan over beraden en er kan worden besteld. Dat het thans reeds wenselijk is een principiële uitspraak te doen, houdt ver band met het goedkeuringsbeleid in Utrecht. Zou pas op 15 januari de eerste be slissing door de raad worden genomen, dan is er grote kans dat deze door gede puteerde staten eerst na 1 februari zal worden goedgekeurd met het gevolg dat de installatie niet op tijd gereed zou kunnen zijn. De heer ORANJE wijst er op dat met het nemen van het principe- - 189 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 190