30 januari 1963
gelijk heeft trachten te gedragen.
Men kan hem aanwrijven dat hij in het college eerder had moeten du£
zeggen: Dit verschil van mening gaat mij te ver; ik wens daar in openbare verga- re
dering blijk van te geven. gel
De heer HILHORST: Daar was de krant niet bij'. ein
De heer ORANJE zegt dat er verschil van appreciatie kan zijn, hoe- me
ver men met zijn loyaliteit kan gaan. Maar onereus was deze zwijgzaamheid be- die
paald nietde
De wethouder VAN ZADELHOFF moet de heer Hilhorst teleurstel- P°£
len, wat betreft diens speculatie met betrekking tot de nieuwe rijksweg. De heer grc
Hilhorst leidt uit sprekers opmerking over de 150 woningen in Colenso af, dat
er over het definitieve tracé van de rijksweg iets bekend is geworden. Dat is be- bej
paald niet het geval. Het uitbreidingsplan voor het gebied achter de Noorderweg vei
bevatte aanvankelijk niet 150, doch 250 woningen. In overleg met de provincie hui
is dit aantal teruggebracht tot 150 woningen. Die kunnen altijd gebouwd worden tot
De heer Hilhorst heeft het van belang genoemd, dat het structuur- ges
plan algemene bekendheid krijgt Een structuurplan is echter geen plan in de ser
zin van de wet. Iedereen weet langzamerhand wel wat dit plan ongeveer behelst. sti
Het gemeentebestuur behoeft daar niet geheimzinnig meer mee te doen, want me
een ieder kan thans het door de provincie opgestelde streekplan voor de Utrecht- var
se Heuvelrug inzien. Daarin ziet men dan de toekomstige bebouwingsmogelijkhe- wil
den van de gemeente Soest aangegeven. Het in het streekplan aangegeven stede- zaï
lijk gebied is door de provincie aangepast aan het structuurplan van de gemeente tra
Vandaar dat de gemeente op dit punt geen enkel bezwaar tegen het streekplan had. per
Spreker gelooft dat het duidelijk is dat het college alle mogelijke voc
middelen aangrijpt om met de werkzaamheden inzake het Soesterveen door te nin
gaan. Alvorens een plan ter visie wordt gelegd, wordt het door de provinciale
planologische commissie stedebouwkundig beoordeeld. Daarbij wenst men in het op.'
algemeen, dat meteen de exploitatieopzet wordt ingediend. Ten aanzien van het urj
Soesterveen kan nog geen exploitatieopzet worden gemaakt. Gemeentewerken wo
wacht namelijk nog op de resultaten van het grondonderzoek. Het college heeft in dai
Utrecht echter bereikt, dat het plan beoordeeld zal worden, ondanks het nog niet sta
gereed zijn van de exploitatieopzet. Het plan zal op 19 februari a.s. in de pro- de
vincïale planoMgische commissie worden behandeld.
Mevrouw Polet heeft gevraagd, of het verhoogde aantal bejaarden- I Za
woningen bij het bejaardencentrum een gevolg is van veranderde inzichten dan lie
wel van het feit dat men van de nood een deugd heeft gemaakt. De kwestie van de het
veranderde inzichten kan beter door wethouder de Haan worden behandeld. Spre- I - c
ker gelooft echter dat beide factoren hier een rol spelen. De kosten van de grond eei
bij het bejaardencentrum zijn dermate hoog, dat een verantwoorde exploitatie do<
slechts mogelijk is wanneer het tehuis wordt gecombineerd met beiaardenwo- 1 me
ningen. Daarbij komt dat. uit de door de heer de Haan vermelde cijfers blijkt, dat ra;
een zeer groot aantal mensen voor een bejaardenwoning in aanmerking zou willen vo<
komen. da'
Bij het toewijzen van bouwvolume wordt in het geheel niet gekeken bej
naar de groei van de gemeente Er wordt gekeken naar het aantal samenwoningen, me
het gemiddelde aantal huwelijken over een aantal jaren en het aantal onbewoon- trc
baar verklaarde woningen. Op grond van deze factoren is men via een ingewik- tot
kelde formule gekomen tot een toewijzing van 66 woningen voor 1962. j we
De cijfers waar de heer Oranje naar heeft gevraagd, staan ook m ge'
de aanbiedingsbrief vermeld, en wel op bladzijde 5. Daar staat dat de gemeente ee:
al een voorschot heeft op het bouwvolume voor 1963.
De heer ORANJE: Maar het contingent heeft u niet genoemd. ge.
De wethouder VAN ZADELHOFF: Het contingent voor 1963 is ook is
nog niet bekend. ne
De heer ORANJE: Ik doel op het contingent voor 1962. lej
le
- 26 -
