30 januari 1963. Eng voorzichtig te zijn wat de bebouwing betreft, omdat dit gedeelte aan de toe komstige city grenst. Daarom stelde men er prijs op dat er een wat betere be bouwing zou komen, terwijl 300 woningwetwoningen niet aan de aan dit deel te stellen eisen zouden voldoen, zodat spreker betwijfelt of de raad in zijn geheel de bebouwing van het 2e deel van de Eng met woningwetwoningen wel zozeer kan toejuichen. Om die reden heeft spreker het bouwen van woningwetwoningen in het Soesterveen bepleit. De wethouder VAN ZADELHOFF zegt dat bij de oorspronkelijke opzet in het 2e deel van de Eng meer particuliere bouw zou zijn gekomen, maar dat hij na een gesprek met de beide commissies op dat deel zowel woningwet- als particuliere bouw wenselijk acht. Een iets meer gescheiden bebouwing, waarbij men niet bouw in de vrije sector en woningwetbouw dwars door elkander krijgt, is voor de belegger op zichzelf natuurlijk iets aantrekkelijker. Aan de andere kant moet spreker er op wijzen, dat de bebouwing tussen de Dalweg en de Molenstraat praktisch geen verschil laat zien, hoogstens in de gevelsteen en in het aanbrengen van wat meer of wat minder tegeltjes. Maar er is geen we zenlijk verschil tussen de beide woningtypen. Men kan er pas over oordelen als alles klaar is, als alles is aangelegd en de woningen bewoond worden. Op het ogenblik echter is beoordeling prematuur. Spreker kent niet precies de bebouwingsdichtheid van het tweede deel van de Eng, maar hij gelooft dat deze zeker zo groot is als die tussen de Dalweg en de Molenstraat. Deze bebouwingsdichtheid moet trouwens wel wor den aangehouden, omdat in het streekplan de getallen 30 en 35 huizen per hec tare staan, waarnaar men zich min of meer moet richten. Wanneer men de zuidhelling van de Eng onbebouwd laat, zal men het andere gedeelte van de Eng dichter moeten bebouwen dan met de genoemde 30 en 35 huizen per hectare. De door burgemeester en wethouders gecalculeerde grondprijs voor etagewoningen in het 2e deel van de Eng ligt op het ogenblik al op 3.750, Men voelt dus wel dat er met een minder dichte bebouwing geen uitkomen is Maisonnettes f 5.000,--, winkels 12.500,-- grages 750,-- en de grond be- stemd voor openbare gebouwen: 25,-- per m2 Hoofdstuk VI. Openbare werken. Volgnr .316 Kosten algemene begraafplaats en kosten van begraving. De heer PIEREN wenst een opmerking te maken in verband met de zandafgraverij in Soesterberg. In hun antwoord delen burgemeester en wet houders mede dat het m het voornemen ligt om na het gereed komen van de kaart bij gedeputeerde staten te protesteren tegen verdere afgraving. Er staat ook vermeid dat tegen 1 januari 1962 de ontgronding klaar zou zijn. Maar in de loop van 1962 is juist de ontgronding en zandafgraving meer gegaan in de richting van de rooms-katholieke begraafplaats. Naar spreker heeft vernomen, zou het in het voornemen liggen een verdere ontgronding te doen plaatshebben tot 35 meter van de rijksweg; dan zit men bij het kerkplein voor de rooms- katholieke kerk. Spreker zou niet willen wachten tot de kaart gereedgekomen is, maar in de kortst mogelijke tijd willen nagaan, hoe lang gedeputeerde staten doorgaan met het geven van vergunningen, tot hoever men deze ontgronding zal doen plaatsvinden, om dan aan de hand van deze gegevens ernstig te protesteren tegen verdere afgraving, vooral vanwege de ontsiering van de rooms-katholieke begraafplaats De VOORZITTER deelt mede dat het college zal proberen aan de weet te komen wat de plannen zijn. Als gedeputeerde staten overwegen ergens ontgronding toe te staan, wordt het betrokken gemeentebestuur erover gehoord. Het betreft hier de gemeente Zeist en het zal het beste zijn de gemeente Zeist te vragen wat daar bekend is De heer PIEREN: Ik dank u wel. Hoofdstuk VIII. Onderwijs, kunsten en wetenschappen Volgnr 406 Beloning van vakonderwijzers. Bij dit volgnummer stelt de voorzitter aan de orde:

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 39