20 februari 1963.
van de ontruimingstermijn van onbewoonbaar verklaarde woningen een advies
van de gemeentearts wordt overgelegd. Bij de onderhavige voorstellen ontbreekt
de brief van de gemeentearts. Wat is daarvan de reden?
De heer GRIFT zegt dat de ontruimingstermijn tot 11 maart 1964
voor de woning Kolonieweg 36 wel heel erg lang is Hij zou liever zien, dat de
ontruimingstermijn op vier maanden werd gesteld. Het is overigens de vraag of
de mensen na vier maanden nog in dit huis zullen wonen en of ze dan niet in dit
"gat" - waaromheen momenteel grote sneeuwhopen liggen - niet verdronken zul
len zijn
Beide woningen verkeren in zeer slechte staat. Wanneer men de
ontruimingstermijn daarvoor met vier maanden verlengt, zit men wel aan het
maximum
De VOORZITTER zegt als antwoord aan de heer Berkelbach van
der Sprenkel, dat de brief van de gemeentearts eerst vandaag is ingekomen. In
deze brief staat:
"De toestand van de woning Kolonieweg 36 acht ik uit hygiënisch
oogpunt zodanig, dat verlenging van de ontruimingstermijn met meer dan een
halfjaar niet gewenst is
"Wat betreft de woning Noorderweg 35, acht ik verlenging van de
ontruimingstermijn uit hygiënisch oogpunt eigenlijk nauwelijks verantwoord. Ik
zou dus willen voorstellen dit zo kort mogelijk te bestendigen."
De verlenging van de ontruimingstermijn van onbewoonbaar ver
klaarde woningen is iedere keer weer een vervelende en moeilijke zaak. Vaak
wordt een verlenging met een jaar voorgesteld; een enkele keer wordt verlen
ging met een kortere termijn voorgesteld. Verlenging met een kortere termijn
suggereert - en dat is ook de bedoeling - dat het de laatste verlenging is. Het
heeft geen zin de ontruimingstermijn met zes maanden te verlengen, wanneer
het vrijwel zeker is dat na deze zes maanden de ontruimingstermijn opnieuw
met een halfjaar moet worden verlengd. Het is dan beter de ontruimingstermijn
meteen met een jaar te verlengen. Dit niet omdat anders twee raadsbesluiten
moeten worden genomen, maar omdat verlenging met minder dan een jaar alleen
gebeurt, wanneer het college de praktische zekerheid heeft, dat het mogelijk is
het desbetreffende huis eerder te doen ontruimen. Immers: een verlenging met
minder dan een jaar brengt de bewoners in de waan., dat. de ontruiming spoedig
zal plaatsvinden.
Een termijn van vier maanden is voor de woning Kolonieweg 36
bijzonder moeilijk, gezien het betrekkelijk geringe aantal huizen dat tussen nu
en vier maanden na maart zal gereedkomen. Daar komt bij dat vele andere, zeer
urgente gevallen eveneens moeten worden geholpen. Het betreft hier altijd een
afwegen van de gevallen. Men kan zeggen: De onbewoonbaar verklaarde woningen
moeten voor alles worden ontruimd. De gedragslijn van het college is echter,
dat bij de totstandkoming van ieder blok enkele mensen uit alle categorieën van
urgente gevallen dienen te worden geholpen, dus ook enkele gevallen van mensen
in onbewoonbaar verklaarde woningen. Van het eerste blok aan de Dalweg zijn
twee of drie woningen bestemd voor mensen uit onbewoonbaar verklaarde wonin
gen. Het is de bedoeling om van het volgende kleine blok bij de Rubens laan twee
woningen voor dit doel te bestemmen. Voor de raadsleden die een enkel geval
onder ogen krijgen, is het bijzonder moeilijk om te zeggen: Het huis Kolonieweg
36 springt zo uit het totaal van de nog te ontruimen woningen naar voren, dat de
termijn voor dit huis met slechts vier maanden moet worden verlengd. Spreker
kan wel andere gevallen noemen, waarbij de ontruimingstermijn veel langer
loopt en waarbij het huis veel intensiever wordt bewoond, bijv. doordat er een
gezin met kinderen m zit. De woning Kolonieweg 36 is ten slotte nog maar een
halfjaar geleden onbewoonbaar verklaard Het had misschien eerder onbewoon
baar verklaard moeten worden.
De heer GRIFT: Er zijn ook woningen ontruimd die veel minder
slecht waren
De VOORZITTER: Dat gebeurt ook wel eens Ook andere factoren