2 mei 1963.
De VOORZITTER: Ik weet niet of de heer de Bruin nog het woord
verlangt
De heer DE BRUIN: Neen, mijnheer de voorzitter Het is hier niet
de plaats om mij door mevrouw Polet te laten interviewen.
Het voorste] wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Vervolgens wordt overgegaan tot de benoeming van de leden van de
commissie van bijstand inzake algemeen gemeentelijke beleidszaken.
De VOORZITTER verzoekt de heren Korte en Berkelbach van der
Sprenkel met hem het stembureau te vormen.
Ingeleverd worden 19 stembiljetten. Benoemd zijn de heren Berkel
bach van der Sprenkel, Brouwer, Dijkstra, Elbertse, Grift, Hilhorst, Hom, Kor
te, mevrouw Muurling-Voorthuis de heren Oranje, Pieren, Verheus, mevrouw
Walter- van der Togt en de heer van Weert met,18 stemmen:
de heren van den Berg, van Poppelen en mevrouw Polet-Musler met 17 stemmen
en de heer de Bruin met 15 stemmen.
De heer DE BRUIN verklaart zijn benoeming niet te aanvaarden.
De VOORZITTER neemt aan dat de andere benoemd verklaarden
hun benoeming wel aanvaarden.
Hij dankt de heren Korte en Berkelbach van der Sprenkel voor de
verrichte werkzaamheden.
56. Voorstel tot verkoop van grond:
a. gelegen aan de Plesmanstraat en Simon Stevinlaan aan E.C.Higler;
De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie het vol
gende advies heeft uitgebracht:
"De financiële commissie verenigt zich met dit voorstel van burge
meester en wethouders en met de desbetreffende toelichting, doch geeft in over
weging onder de voorwaarden op te nemen dat de grond met de daarop te bouwen
woningen niet in erfpacht mag worden uitgegeven."
De wethouder VAN ZADELHOFF gelooft dat dit niet geheel weer
geeft hetgeen in de commissie is besloten. Daar is namelijk de vraag gesteld,
of het niet mogelijk zou zijn in dit geval deze restrictie aan te brengen. Het is
namelijk gebleken dat op de Eng door de bouwondernemers gronden in erfpacht
worden gegeven bil de verkoop der gebouwde woningen. Spreker heeft er geen
bezwaar tegen in volgende gevallen te bepalen, dat de gronden niet in erfpacht
mogen worden uitgegeven Wat het onderhavige geval betreft, heeft hij in de
grondcommissie verklaard het niet juist te vinden, indien deze bepaling er ach
teraf nog bij zou komen. Er bestaat namelijk reeds sinds maanden overeenstem
ming met deze aannemer, die als tegenprestatie voor de onderhavige grondprijs
de bouw van 16 woningwetwoningen tegen de curveprijs op zich heeft genomen.
Toen het voorstel tot de bouw van deze woningen in de raad werd behandeld,
heeft spreker gezegd, dat de raad daardoor min of meer zou vastzitten aan de
voor deze aannemer in de grondcommissie gestelde grondprijs. Het is dan niet
elegant achteraf tot de aannemer te zeggen: U mag de grond niet in erfpacht
uitgeven. Voor zover spreker bekend, is de aannemer niet van plan de grond in
erfpacht uit te geven. De aannemer is met zijn deel van de totaalovereenkomst
- het bouwen van de 16 woningwetwoningen - reeds aan de gang. Het is dan niet
elegant hem achteraf nog een restrictie ten aanzien van het andere deel op te
leggen Spreker meent dat de grondcommissie met dit standpunt akkoord kon
gaan
Mevrouw POLET-Musler meent dat in de desbetreffende com
missievergadering wel over dit probleem als zodanig is gesproken, doch niet
direct in verband met dit voorstel. Zij kan zich overigens indenken, dat bij de
vele tijdens die vergadering gemaakte opmerkingen, een bepaalde conclusie bij
een verkeerd voorstel terecht is gekomen. Het is bepaald niet de bedoeling van
de grondcommissie geweest, deze conclusie aan dit voorstel te verbinden
- 70 -