12 juni 1963 de komen aan de bijzonder gevaarlijke uit- en inritten van de Sterrenbergweg op en van de rijksstraatweg. Het is dan ook zeker verantwoord de onderhavige weg aan te leggen De heer ELBERTSE verzoekt uitdrukkelijk bij defensie aan te dringen op het verlenen van een bijdrage voor de aanleg van deze weg. Inderdaad wordt door deze weg een gedeelte van Soesterberg ontsloten. Spreker maakt er echter wel bezwaar tegen, dat de hogere kosten voor rekening van de gemeente komen. Hij zou daarom gaarne zien, dat defensie erop wordt gewezen, dat de ge meente haar ter wille is en dat daar ook wat tegenover mag staan. De Soester- bergers zelf zullen van deze weg toch niet zoveel profiteren. Vanwege de hoge beplanting ter plaatse, zullen er ook niet veel toeristen komen om naar het vlieg veld te kijken. De VOORZITTER zegt dat dus getracht zal worden een bijdrage van het rijk voor dit werk te verkrijgen. Het voorstel wordt, met inachtneming van de formulering van wet houder van Zadelhoff, zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 73. Voorstel tot vaststelling van een Algemene Politieverordening. De VOORZITTER stelt voor eerst te behandelen de in het nadere voorstel vermelde wijzigingen en vervolgens de door de raadsleden schriftelijk ingediende wijzigingen, c.q. opmerkingen. Daarna kan worden aangenomen, dat de raad met de gehele verordening akkoord gaat. Het is namelijk onmogelijk staande de vergadering verdere wijzigingen aan te brengen, want die zijn in hun consequenties dan niet te overzien. Besloten wordt de door de voorzitter voorgestelde procedure te volgen De VOORZITTER stelt dan aan de orde de in het nadere voorstel vermelde wijzigingen. Deze wijzigingen worden zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De VOORZITTER stelt vervolgens aan de orde de door de raads leden schriftelijk ingebrachte wijzigingen c.q. opmerkingen met de daarop door de commissie voor de strafverordening gegeven adviezen. Met betrekking tot de hieronder niet vermelde wijzigingsvoorstel len is het advies van de commissie voor de strafverordeningen zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aanvaard. Artikelen 2526 en 27 Mevrouw WALTER-van der Togt vraagt zich af, of iemand die niet geheel met de verordening op de hoogte is, zal be grijpen waar hij de desbetref fende artikelen moet zoeken. Het komt haar voor dat men de kwestie van de "hondjes" bij de zindelijkheid zal zoeken. Stel dat er een nieuwe politie-agent komt, die niet weet of hij hier met iets strafbaars te maken heeft. De VOORZITTER: Een nieuwe agent van politie moet de gehele verordening kennen'. Mevrouw WALTER-van der Togt: Hij moet dan de gehele verorde ning doorlezen, voordat hij dit geval tegenkomt. Ook artikel 168 (de schillen en de dozen) zou zij onder de zinde lijkheid willen zien gerubiceerd. De VOORZITTER merkt op dat onder "zindelijkheid" een ander soortige zindelijkheid wordt verstaan. In de ten aanzien van deze verordening gevolgde systematiek heeft "zindelijkheid" betrekking op bepaalde handelingen van personen, die vuil neerwerpen. Mevrouw WALTER-van der Togt: Maar die laten ook het hondje dat neerwerpen. De VOORZ ITTER: Dat is wel zo, maar dit is toch meer een kwestie van openbare orde. Mevrouw WALTER-van der Togt begrijpt wel dat men het daar onderbrengt, maar men zoekt het daar niet. Straatpolitie is zo n vaag begrip. De VOORZITTER merkt op dat straatpolitie het toezicht betreft - 86 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1963 | | pagina 87