21 oktober 1964.
betrof de vragen die hij heeft gesteld ten aanzien van de woningwetwonin
gen aan het van der VeldeolantsoenTen aanzien hiervan heerst er bij
hem grote ontstemming. Het is inmiddels elf maanden geleden dat hij
zijn drie desbetreffende vragen heeft gesteld, doch tot heden zijn zij nog
niet beantwoord, ofschoon in de openbare raadsvergadering van april van
de zijde van het college is verklaard, dat het desbetreffende rapport na
genoeg gereed was en in mei zou worden behandeld. In de vergadering van
juli deelde de wethouder van Zadelhoff mede, dat bedoeld rapport binnen
was, doch dat het op een dusdanig technische wijze was samengesteld,
dat de raad het toch niet zou begrijpen. Dit werd zo eventjes medegedeeld.
Nu zal dit punt na afloop van deze openbare raadsvergadering in een be
sloten vergadering worden behandeld, terwijl spreker nog geen antwoord
heeft ontvangen op z;ijn vragen. Hij vindt het op zichzelf niet juist dat het
college van burgemeester en wethouders deze gang van zaken volgt. Hij
had van het college toch wel verwacht dat het, wanneer het deze gang van
zaken toch wil doorzetten, even had gelet op sub 4 van artikel 28 van het
reglement van orde. Dat was naar mijn mening wat fijner geweest dan de
manier waarop een en ander nu gebeurt. Daarom wil hij nogmaals stel
len, er bezwaar tegen te hebben om de eerdergenoemde onderwerpen van
avond te behandelen na de openbare raadsvergadering. Hij heeft er geen
bezwaar tegen dat zij in een besloten vergadering worden behandeld, of
schoon het college zelf heeft verklaard, dat een van die onderwerpen na
de bespreking in de besloten vergadering evengoed nog in de openbare
raadsvergadering van 18 november a.s. kan worden besproken
De VOORZITTER merkt op dat artikel 28 lid 4 van het re
glement van orde betrekking heeft op gevallen waarin er bij het college
bezwaren zouden bestaan om vragen te beantwoorden. Van dergelijke
bezwaren is in dit geval geen sprake Het college wil de bedoelde vragen
slechts op een behoorlijke, verantwoorde manier beantwoorden en het is
wel gebleken, dat dat niet zo eenvoudig is Het is niet de bedoeling, dat
vanavond in de besloten vergadering de vragen van de heer de Bruin wor
den beantwoord; het is de bedoeling dat om te beginnen meer inzicht wordt
verkregen. Ten slotte worden door de raadsleden geen vragen gesteld om
het stellen van de vragen - de raadsleden stellen hun vragen om ten aan
zien van een bepaalde materie meer inzicht te verkrijgen. In de afgelopen
maanden is gebleken dat dit ten aanzien van het onderhavige geval niet zo
eenvoudig is Anders had de heer de Bruin wel eerder antwoord op zijn
vragen gekregen Om de raad zoveel mogelijk inzicht te verschaffen zul
len vanavond in de besloten vergadering wat mededelingen worden gedaan.
Daarbij kunnen de raadsleden vragen stellen aan de dan aanwezige deskun
digen. Daarna, in de volgende openbare raadsvergadering, zullen de vra
gen van de heer de Bruin formeel door het college worden beantwoord.
De zuiver formele beantwoording van die vragen is dus uitgesteld tot de
volgende openbare raadsvergadering, doch het college heeft gemeend de
raad in materieel opzicht een dienst te bewijzen door meer inzicht te
verschaffen in deze, kennelijk moeilijke materie.
Met betrekking tot het andere punt, dat het college heden
avond in besloten vergadering aan de orde wil stellen, zijn enige deskun
dige personen en organisaties uitgenodigd die betrokken zijn bij de
voorbereiding. Het leek burgemeester en wethouders goed de raad de
gelegenheid te geven door deze personen nader te worden ingelicht.
Tegen het uitstellen daarvan tot een volgende bijeenkomst
op de laatste dinsdagavond van de maand heeft spreker in zoverre bezwaar
dat het hem beter lijkt deze zaak in een formele raadsvergadering te be
handelen. Dan is iedereen erbij. De bijeenkomsten op de laatste dinsdag
van de maand zijn ten slotte min of meer vrijblijvende bijeenkomsten.
De betrokken zaken zijn echter van een dermate groot belang, dat het
burgemeester en wethouders juist lijkt daarover in een besloten raads-
- 157 -