2 december 1964. Hij weet niet of dit zal gebeuren in de vorm van een bevestiging, dan wel door het maken van een zekere overeenkomst om een en ander wat nader te preciseren en beter vast te leggen. Uiteraard zal de raad voor wat betreft het dichtmaken van de nu nog open onderbouw in ieder geval, los van de vraag of hieraan voor de ge meente Soest wel of niet kosten zullen zijn verbonden (liever niet!), op de hoogte worden gebracht van de desbetreffende plannen, zodat hij daar over zijn oordeel zal kunnen uitspreken. Spreker meent dat aldus wordt voldaan aan het verlangen dat de heer Oranje in dit verband heeft uitge sproken De heer ORANJE zegt dat hij door het antwoord van de wethouder Van Zadelhoff volledig tevreden is gesteld. Hetgeen de wethouder heeft gezegd over het nog nader vastleggen van een en ander in plaats van te volstaan met een bevestiging van dit schrijven, is misschien nog beter dan hetgeen spreker in eerste instan tie heeft gesteld. Hij heeft met zijn desbetreffende suggesties dan ook slechts het minimum willen geven, omdat hij in ieder geval niet wilde volstaan met dit schrijven zonder meer voor kennisgeving aan te ne men, zoals het college aanvankelijk voorstelde. Ook hetgeen de wethouder heeft gezegd met betrekking tot de open onderbouw heeft spreker geheel bevredigd. Het stuk wordt aangenomen voor kennisgeving, c. Vragen van het raadslid de heer J.K. de Bruin inzake de gehouden pers conferentie over de omlegging van de rijksweg door Soestdijk en Soest, alsmede het antwoord van burgemeester en wethouders, met voorstel deze stukken voor kennisgeving aan te nemen. De heer DE BRUIN dankt het college voor de vlugge beantwoording van zijn schriftelijke vragen. Hij wil ten aanzien van het antwoord van het college volstaan met een enkele opmerking. Eén alinea in het antwoord van het college heeft spreker toch wel heel erg gefrappeerd, n.1. de alinea onder 4, waarin het college stelt: "Wij menen dat het gemeentebestuur zich niet door persberichten dient te laten leiden. Officiële mededelingen zijn door de directie van de rijkswaterstaat tot op heden hieromtrent niet gedaan. Gezien de pers berichten hebben wij ons schriftelijk tot de hoofdingenieur-directeur van de rijkswaterstaat te Utrecht gewend". Spreker concludeert hieruit dat hij, gezien het gestelde in zijn vragen nrs4 en 5, zijn doel heeft bereikt. Het college heeft n.1. met het oog op de daarin genoemde persberichten contact opgenomen met de rijkswaterstaat. Het college heeft hierop nog geen antwoord ontvangen. Het zou misschien toch beter zijn geweest, wanneer het college vóór de persconferentie over de omlegging van de rijksweg door Soestdijk en Soest contact had opgenomen met de rijkswaterstaat, in plaats van dit te doen naar aanleiding van persberichten, waarvan het eerst zegt dat het er niet op kan ingaan. De heer ORANJE stelt er prijs op om na wat de heer De Bruin zo even heeft gezegd, mede te dëlen dat zijn fractie eenstemmig is in haar oordeel over het antwoord van het college op de door de heer De Bruin gestelde schriftelijke vragen. Het college heeft in zijn ijver om te vechten voor een verloren zaak een persconferentie belegd, zonder de instanties die het aanging daarin te betrekken. Nu de heer De Bruin op dit verzuim vragenderwijze attendeert, poogt het college hem en zijn fractiegenoten met een niets zeggende kluit papier in het riet te sturen. Het mag het college toch bepaald niet verbazen, dat dit niet gelukt. Voor de gehele V.V.D.-frac tie is de enige mededeling van waarde, de mededeling dat het college - 195 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 196