2 december 1964. 262(3) .e- >t ïk- en 250 betrokkenen reeds te zeggen: Daar komt hij niet. Men zal beginnen met een lijn op de kaart te zetten daar waar de nieuwe weg komtDan moet worden bezien welke mogelijkheden dat voor Soest inhoudt. Daarbij komt natuurlijk ook aan de orde de vraag wat de aanleg van die weg gaat kosten en dan zou het wel eens zo kunnen zijn, dat hij zoveel geld zou kosten dat er voor de gemeente Soest toch nog weer een mogelijkheid zou inzitten (spreker blijft op dit punt altijd optimistisch) om te stellen: Kunnen wij toch nog niet meespelen om dit Eng-tracé te verkrijgen, zij het dat wij wat moeten bijbetalen? Maar goed, dit zijn eigenlijk punten die later aan de orde zullen komen. Sprekers eindconclusie ten aanzien van de vraag van mevrouw Polet is, dat het hem in het huidige stadium nog prematuur lijkt om meergenoemde 250 betrokkenen te schrijven, dat zij rustig kunnen gaan slagen, omdat het betrokken tracé niet wordt gerealiseerd. Dit betekent niet, dat hij zich er niet van bewust is, dat een dergelijke lijn op de kaart natuurlijk een zekere ongerustheid teweeg brengt. Men dient echter eerlijkheidshalve tevens te bedenken, dat diezelfde ongerustheid ook bestaat aan de andere kant van die lijn. Het lijkt hem thans te vroeg om hier op het ogenblik al een streep door te halen. Mevrouw POLET-MusierIk heb niet gezegd: 'op het ogenblik", ik heb gezegd: 'wanneer de beslissing zal zijn gevallen". De stukken worden aangenomen voor kennisgeving. De VOORZITTER deelt mede dat er voorts nog is ingekomen een schrijven van het bestuur van de Partij van de Arbeid, betreffende de uitkerin gen uit het gemeentefonds. Dit schrijven kwam te laat om de raad hier van tijdig vóór deze vergadering kennis te kunnen laten nemen. Spreker stelt daarom voor, dat dit schrijven in de volgende raadsvergadering - waarin de gemeentebegroting en ook de inkomsten uit het gemeentefonds zullen worden behandeld - als .ingekomen stuk ter sprake zal komen. Hierna wordt overeenkomstig het voorstel van de voorzitter besloten Voorstel inzake het opmaken van een plan voor de bouw van woningwetwo ningen in Soesterveen I. (zie raadsvoorstel d.d. 10 november 1964, nr. 3496) De VOORZITTER deelt mede dat de commissie openbare werken en de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplannen met dit voorstel akkoord gaan. Verzocht wordt echter wel om deze commissies regelmatig op de hoog te te houden met de verdere opbouw van het plan, onder meer door het ter inzage leggen van de notulen van het bouwteam. Deze commissies zouden er bezwaar tegen maken, wanneer de gronden waarop koopwoningen komen te staan, zouden worden uitgegeven in erfpacht. Bovendien staan deze commissies kritisch tegenover de verplichting van de kopers van woningen om een be paalde hypotheek te nemen; zij verzoeken burgemeester en wethouders om trent dit punt van te voren overleg met de bouwer te plegen. De financiële commissie verenigt zich hiermede, doch merkt op dat de kosten van het raadgevend bureau op dezelfde wijze in de bouwkos ten zullen moeten worden verrekend als het architectenhonorarium, zodat geen kosten ten laste van de algemene dienst komen. Eén lid dezer commis sie verklaart zich tegen het voorstel van burgemeester en wethouders. Spreker deelt voorts mede dat het college zich verenigt met het voorstel van de financiële commissie, om de kosten van het raadgevend bureau op dezelfde wijze als het architectenhonorarium op te nemen in de bouwkosten Mevrouw POLET-Musier merkt op dat het terugnemen van dit voor stel tijdens de vorige raadsvergadering bij sommigen in het publiek de mening heeft doen post vatten, dat het college eigenlijk bang was geworden - 201 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 202