9 december 1964. De wethouder Van Zadelhoff is nogal breedvoerig ingegaan op het tegenwoordige woningbouwbeleid en hij heeft daarbij de schijn gewekt dat dit beleid in de toekomst, ook bij de hogere overheid, in andere banen zal worden geleid. Hierin ligt opgesloten dat hetgeen in dit opzicht vandaag vanuit de raad naar voren is gebracht, op dit moment inderdaad juist is. De wethouder heeft echter ook gesteld dat handhaving van het systeem, waarbij voor de bouw van woningwetwonin gen moet worden gezorgd voor een omlijsting van premie- en vrije- sectorbouw weinig invloed heeft op de uiteindelijke prijs van de vrije-sectorwoningen. Spreker meent dit ernstig te moeten betwijfelen. Juist van de kant van de heer Van Zadelhoff wordt steeds gesteld: Het is nu eenmaal onmogelijk dat wij de bouw anders zouden kunnen uitvoeren dan op het ogenblik gebeurt. Men heeft tegenwoordig beslist die combinatie nodig, omdat het niet mogelijk is alleen woningwet woningen gerealiseerd te krijgen. Men moet de woningwetbouw een om lijsting van premie- en vrije-sectorbouw geven, om een aannemer te kunnen aantrekken. Die aannemer moet dan een grote aannemer zijn, anders kan hij een dergelijk karwei niet aan. Spreker meent dat wan neer het mogelijk zou zijn de verschillende categorieën van woning bouw gescheiden te doen realiseren, zonder dat er financiële bezwa ren voor welk onderdeel van de bouw dan ook voor de aannemer in het geding zouden zijn, men het als gemeente op het gebied van de aanbe steding heel wat gemakkelijker zou hebben dan op het ogenblik het geval is. Als gevolg van het tegenwoordige beleid is men altijd af hankelijk van zeer grote aannemers en hierdoor is er, omdat deze in aantal niet zo groot zijn, minder concurrentie. Spreker heeft begrepen dat er nader beraad zal plaatsheb ben over de mogelijkheid en wenselijkheid van het heffen van retri buties van het gasbedrijf. Hij hoopt dat dit nog in het begrotings jaar 1965 zal kunnen geschieden. Mevrouw POLET-Musler wil gaarne nog een enkele opmerking maken naar aanleiding van hetgeen de heer Van Zadelhoff heeft gezegd met betrekking tot het feit dat zij het woord "dresseren" heeft ge bruikt. Dresseren is eigenlijk het aanleren van het automatisch rea geren op bepaalde prikkels, met uitsluiting van het verstand. Dat is niet wat zij heeft bedoeld. Zij is het met de wethouder eens dat ie mand die niet beschaafd is, ook niet beschaafd reageert. Zij meent dat een slogan als "Wees een heer in het verkeer" aangeeft, wat men in dit opzicht allemaal bedoelt. Doch dan heeft men het over volwas senen. Wat zij graag zou zien, is, dat kinderen zouden leren auto matisch en juist te reageren in verkeerssituaties. Dit heeft dan in het geheel niets te maken met het door de wethouder bedoelde dresse ren, dat gepaard gaat met uitsluiting van het redelijk bewustzijn en het verantwoord handelen. In eerste instantie heeft spreekster gevraagd of voor de raad de kwestie van het wapen dragen door de politie eens zou kunnen worden ingeleid. Zij wil er thans nog op wijzen, dat zij hierbij met name heeft gedacht aan de laatste dinsdag van de maand, die men nog wel eens reserveert voor een bespreking van dergelijke, het algemeen belang rakende situaties, waarvoor binnen het gewone raadswerk eigen lijk geen plaats is. Zij zou het bijzonder plezierig vinden wanneer deze kwestie, die, zoals de voorzitter terecht heeft opgemerkt, in vele kringen een punt van bespreking uitmaakt, inderdaad eens voor de raad zou worden ingeleid. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL merkt op dat het hem, hoewel hij reeds vermoedde dat het zo zou zijn, goed doet dat het college de klachten met betrekking tot de financiering en de daaruit voortvloeiende kwaliteit van de woningwetbouw deelt. - 240 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 241