9 december 1964. Met die mogelijkheid moet men wel degelijk rekening houden. Het betoog van de heer Westra, dat men de belastingverhogingen niet moet invoeren en maar moet rekenen op eventuele toekomstige meeval lers, vindt spreker te speculatief. De heer Westra heeft hedenmiddag gezegd, dat deze verhoging de mensen 45,kost. De heer WESTRA: Neen, 25, De wethouder VAN DEN AREND: Ik geloof dat het voor een gemiddelde wo ning om ongeveer 5,gaat. En dat is heus niet teveel. De heer WESTRA: Maal drie! De wethouder VAN DEN AREND: Maal drie? De heer WESTRA: Rioolafvoerrecht èn straatbelasting èn riool belasting De wethouder VAN DEN AREND: Ja. Voortgaande zegt spreker, dat blijkens de persberichten vele gemeenten - men behoeft dan alleen maar aan de omliggende gemeenten te denken - bij het tobben om de begroting sluitend te maken tot veel hogere per centages komen dan het college hier thans voorstelt. Hij gelooft daar om dat het alleszins redelijk is, dat ook de gemeente Soest tracht via belastingverhoging de eigen inkomsten op een redelijk peil te brengen. Hij gelooft dat met hetgeen het college voorstelt, dit redelijke peil nog niet eens wordt bereiktHetgeen het college voorstelt is nog zeer summier De laatste verhoging heeft in 1960 plaatsgevonden. In de af gelopen vijf jaar zijn de onkomsten, lonen en materiaalprijzen zeker met meer gestegen dan 20%. De voorgestelde verhoging is dus niet even redig met de stijging van de kosten. De VOORZITTER wijst er nog op, dat deze belastingverhoging een aanwijsbaar verband heeft met een uitbreiding van een dienstver lening door de gemeente. De gemeente wil n.1. komen tot een verbetering van de verlichting op grotere schaal. Het betreft hier dus geen inkoms ten, die zo maar zullen wegvloeien. Tegenover deze belastingverhoging staat een heel concrete dienstverlening door de gemeente. Indien deze belastingverhoging niet zou doorgaan, wordt het natuurlijk heel moei lijk de gedachte verbetering van de verlichting te verdedigèn. De heer Hom heeft verzocht een middenweg te zoeken. Dan zou het een verhoging tot 11% moeten worden. Men heeft de verhoging van 10% tot 12% echter echt wel nodig. Hierop wordt het voorstel van het college in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 4 stemmen. Voor hebben gestemd de leden Dijkstra, Elbertse, Verheus, Van Weert, De Haan, Van den Arend, Van den Berg, Van Zadelhoff, mevrouw Polet-MuslerGrift, Hom, Berkelbach van der Sprenkel, Korte, Van Pop- pelen, mevrouw Walter-van der Togt en Hilhorst. Tegen hebben gestemd de leden De Bruin, Oranje, Westra en Pieren Volgnr. 139. Rioolbelasting ingevolge art. 280 der Gemeentewet. De VOORZITTER merkt op dat de straat- en rioolbelasting in één verordening zijn geregeld. Omtrent die verordening is zojuist al een besluit genomen. Het lijkt hem echter goed bij het onderhavige volgnummer toch de rioolbelasting nog even apart te behandelen. De heer ORANJE merkt op tijdens de algemene beschouwingen ïeeds te hebben gezegd tegen de voorstellen tot belastingverhoging te zijn; dit enerzijds gezien de algemene belastingdruk en anderzijds om dat hij niet de overtuiging heeft, dat de gemeente zonder deze verho ging 1965 niet kan ingaan. - 268 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 269