Nr 3 18 maart 1964. NOTULEN van het verhandelde in de openbare vergadering van de raad der gemeente Soest op woensdag, 18 maart 1964, te 19-30 uur. VOORZITTER: de burgemeester, de heer mrS.P. Baron Bentinck. SECRETARIS: de heer J.J.J.M. Festen. Tegenwoordig de leden: J.van den Arend, G.C.van den Berg, J W D Berkelbach van der Sprenkel, J.K. de Bruin, drs. L. J Dijkstra, B HA Elbertse P.Grift, A P HilhorstJ.H.Hom, J.C.Korte, mevrouw M. H. B. Muur ling-Voorthuis dr.. D. J P Oranje P.C.Pieren, mevrouw S M. Po let-Mus IerJ Rvan Poppelen, C.Verheus, mevrouw M. CP. Walter-van der Togt, C.C. van Weert en drs. W.G. van Zadelhoff. Afwezig met kennisgeving zijn de leden: J.E»Brouwer en K.de Haan. De VOORZITTER opent de vergadering en doet voorlezing van de gebedsformule Vervolgens deelt hij mede dat bericht van verhindering is ingeko men van wethouder de Haan en de heer Brouwer. 54, Ingekomen stukken. a. Koninklijk Besluit d.d. 9 januari 1964, nr.l9> waarbij het door W.G.Salari ingestelde beroep tegen het besluit van gedeputeerde staten te Utrecht d.d. 5 maart 1962, waarbij aan het partiële uitbreidingsplan, regelende de bestem ming van gronden, gelegen tussen de Kampweg en de Generaal Winkelmanstraat goedkeuring is verleend, ongegrond is verklaard, Dit stuk wordt aangenomen voor kennisgeving. bKoninklijk Besluit d.d. 22 januari 1964, nr1 2tot vernietiging van de beslui ten van de raad d.d. 2 mei 1963, waarbij is vastgesteld een Verordening rege lende de samenstelling en de werkkring van een commissie van bijstand, inza ke algemeen gemeentelijke beleidszaken, en de leden dier commissie zijn be noemd, met voorstel dit Koninklijk Besluit voor kennisgeving aan te nemen. Mevrouw POLET-Musler merkt op dat dit Koninklijk Besluit kenne lijk een succes is voor de heer de Bruin. Zij wil dit best accepteren. Zij is ech ter van mening dat de voorzitter van de/VVD- fractie iets te ver is gegaan, door te stellen dat de VVD-fractie te dezen op de bres heeft gestaan. Tweederde van deze fractie heeft indertijd het voorstel van het college ondersteund en de daaruit- volgende benoeming aanvaard. afdeling Soest van de De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt het te betreuren dat dit besluit van de raad niet door de beugel heeft gekund. Het desbetreffende voorstel was geboren uit een overleg van de fractievoorzitters met het college, op grond van het feit dat raad en college een zo breed mogelijke voorlichting over verschillende onderwerpen mogelijk wilden maken. Dit voorstel blijkt dus geen le vensvatbaarheid te hebben. Spreker heeft deze zaak gezien als een soort van test-case. De on derneming van een van de leden van de raad, die het er niet mee eens was dat het voorstel is aangenomen op de wijze als is geschied, heeft hij dan ook gezien als een loyale oppositie tegenover het standpunt van de meerderheid van de raad in dezen. Hij kan daarin geheel meegaan. Hij vindt het echter jammer dat hij in de handelwijze van dit lid slechts het negatieve heeft aangetroffen (het niet eens zijn met het voortzetten van de gebruikelijke wijze van voorlichting op de laatste dins dag van de maand) en de positieve kant van de zaak mist. Spreker meent dat besturen niet slechts is het hebben van kritiek en het zeggen van neen, doch dat men als bestuurder ook de positieve, construc tieve taak heeft, in zo'n geval een andere gang van zaken voor te stellen. Hij zou - 43 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1964 | | pagina 44