I 15 september 1965. Men gaat er daarbij vanuit, dat de toename van het verkeer de aanleg van deze weg zal vereisen. Hiervan is het onderhavige voorstel het gevolg. De VOORZITTER merkt op dat het college ten aanzien van het door de heer Pieren genoemde fietspad een brief van de Rijkswaterstaat heeft ontvangen, waarin staat dat men voornemens is deze zaak snel aan te vatten. Ten aanzien van het bedrijf van de heer Lensink zijn na de oorlog tijde lijke bouwvergunningen verleend. Dat gebeurde omdat het betrokken terrein geen industrieterrein was. De gebouwen die hier staan, moeten binnen een bepaalde periode worden afgebroken. Voor zover spreker weet, is dit terrein nooit bedrijfsterrein geweestMaar de heer Lensink had dit terrein nu eenmaal en omdat hij het voor zijn bedrijf goed kon gebruiken, heeft hij gevraagd, het voor zijn bedrijf te mogen gebruiken. Omdat een dergelijk gebruik in strijd was met het uitbreidingsplan, zijn tijdelijke vergunningen verleendDe op grond daarvan tot stand gekomen bouwsels zullen te zijner tijd moeten ver dwijnen. De heer Lensink heeft van het begin af geweten dat hij op de schop stoel zat. De voorraad bedrijfsterrein van de gemeente zelve is minimaal. Verschillenden willen hiervan gaarne meer hebben dan zij reeds hebben. Spreker heeft niet de indruk dat de heer Lensink reeds serieuze pogingen in het werk heeft gesteld om elders een stuk terrein te verkrijgen. De heer Lensink zat nu eenmaal op zijn eigen terrein; hij gevoelde zich daar helemaal gelukkig en hoopte dat dat nog lange tijd zou voortduren. Nu krijgt hij evenwel te maken met de consequenties van de Hinderwet. Dat is een barrière die niet kan worden genomen. Hij kon indertijd worden geholpen met tijdelijke vergunningen, maar hij heeft hier dus nooit werkelijk een bedrijfsterrein gehad. De heer PIEREN meent, mede gelet op de ter inzage gelegde stukken, dat dit voorstel van het college moet worden aangenomen Spreker zou gaarne vernemen of de Rijkswaterstaat een bepaalde streefdatum heeft ten aanzien van de aanleg van de rondweg om Soesterberg. De VOORZITTER zegt dat de Rijkswaterstaat de aanleg van deze rondweg in een ver verschiet ziet en de nieuwe verbinding Vollenhove-Amersfoort ver vóór deze rondweg laat gaan. De Rijkswaterstaat wil de mogelijkheid tot de aanleg van deze rondweg evenwel niet verloren laten gaan en is wat dit betreft werke lijk serieus. Aangezien de Rijkswaterstaat ook zitting heeft in de commissie, die de gemeentelijke uitbreidingsplannen moet beoordelen, zou ten aanzien van een uitbreidingsplan, waarin deze rondweg niet is opgenomen, onmiddellijk wor den gezegd: Deze weg moet hierin weer worden opgenomen. Het zou dus niet reëel zijn, geen rekening te houden met deze rondweg- De heer VAN POPPELEN merkt op dat er bij Huis ter Heide op de rijksweg Amersfoort-^Utrecht verkeerslichten zijn aangebracht, in de hoop dat het af slaan van het verkeer naar Zeist of Huis-ter-Heide daardoor een stuk veiliger wordt. Zou het niet mogelijk zijn, op deze rijksweg ook verkeerslichten aan te brengen bij de Van Weerden Poelmanweg? De verkeersintensiteit op deze weg neemt belangrijk toe en de verkeerssituatie op bedoelde kruising is levensge vaarlijk voor hen die van Soesterberg naar Soest rijden of van Soest via deze rijksweg naar Amersfoort willen. De VOORZITTER zegt hierop graag te willen antwoorden, hoewel deze vraag niets meer heeft te maken met het aan de orde zijnde geval-Lensink De oplossing voor het afsplitsende verkeer bij de Van Weerden Poelmanweg is anders gedacht dan de afsplitsing van de rijksweg Amersfoort-Utrecht bij Huis-ter-Heide. Bij Huis-ter-Heide heeft men vijf rijbanen naast elkaar: een baan voor het uit de richting Soesterberg komende, rechtsaf - naar Den Dolder - gaande verkeer, twee banen voor het uit de richting Soesterberg komende, rechtdoor gaande verkeer (waarvan de linkerbaan wat verder is bestemd voor het linksaf gaande verkeer) en twee banen voor het uit de richting Utrecht komende verkeer. Voor wat betreft de afsplitsing bij de Van Weerden Poelman weg heeft men de volgende situatie óp het oog: - 115 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 116