20 januari 196 5 Tijdens de weekends is het bezoek aan de Soester bioscoop vrij regelmatig. Gedurende de andere dagen is het nogal eens wat min der; daarom biedt de exploitant per advertentie op het scherm steeds zijn zaaltje aan instanties, die daarover op die dagen zouden willen beschikken aan, Wanneer dat, naar spreeksters gevoelen erg aardige, zaaltje een iets betere outillage zou hebben, zou het verhuren ervan zeker een bron van inkomsten zijn. Er kan voor wat Soest betreft n.1 echt wel worden gesproken van zalennood. De heer ORANJE zegt de wethouder van financiën te willen herinneren aan het oude Hollandse gezegde, dat als men de kip die de gouden eieren legt vermoordt, men ook de eieren kwijt is. De wethouder VAN DEN AREND meent te kunnen stellen, dat de bioscoop te Soest, waarvan hij overigens niets kwaads wil zeggen, in geen enkel opzicht ooit zou kunnen concurreren tegen de grotere bios copen in de grotere steden, die eerste klas films uit de eerste hand vertonen. Hij meent dat er een regeling bestaat op grond waarvan de nieuwste films altijd eerst in de grotere plaatsen en pas daarna even tueel in de kleinere plaatsen worden vertoond. Men heeft in Soest nu eenmaal een kleine bioscoop en de praktijk is, dat het bioscoopbezoek van de inwoners dezer gemeente zich veelal richt op Amersfoort en Utrecht. Op grond hiervan meent spreker, dat het voor de Soester bios coop moeilijk zal blijven, aanhoudend veel publiek te trekken; de films die hier worden vertoond hebben voordien meestentijds al in genoemde steden gedraaid. De exploitant heeft gevraagd, hem tegemoet te komen in de zware lasten. Men kan dit natuurlijk altijd uitbreiden, in casu door de vermakelijkheidsbelasting voor filmvoorstellingen helemaal af te schaffen, doch spreker meent dat men zo ver niet moet gaan. Hij is ervan overtuigd dat de exploitant voor de verlaging tot 5% reeds zeer dankbaar zal zijn. De heer VAN WEERT: Daar ben ik het niet mee eens! De heer DE BRUIN zegt dat noch mevrouw Polet noch hij zelf een zo krachtig pleidooi heeft gehouden voor de exploitant en voor afschaffing van de vermakelijkheidsbelasting als de wethouder Van den Arend nu heeft gedaan. Mevrouw POLET zegt het op zichzelf niet zo'n bezwaar te vin den, dat, zoals de heer Van den Arend heeft opgemerkt, de nieuwe films in Soest wat later worden vertoond dan in de grotere steden. Wanneer men eenmaal weet, dat die films toch in Soest zullen worden vertoond, behoeft men voor een bioscoopbezoek niet die hele reis naar Utrecht, Amersfoort of Hilversum te maken; dan kan men in Soest blijven en dan is een bioscoopbezoek een zaak die in een paar uur bekeken is. Vorige week heeft er in Soest een film met Audrey Hepburn gedraaid die in de zomer van het vorige jaar in het Grand Théatre te Amersfoort heeft gedraaid. Een half jaar achterlopen voor een inderdaad zoveel kleinere bioscoop vindt spreekster helemaal niet iets om van te zeggen: Gunst, wat is het hier achterlijk. Zij volgt het programma van de Soester bioscoop vrij nauwkeurig en moet zeggen, dat de films die er in deze bioscoop worden gedraaid praktisch steeds echt heel behoorlijk zijn. Zij wil niet stellen, dat dat elk weekend het geval is, doch op de andere dagen worden er hier doorgaans werkelijk heel behoorlijke films gedraaid. Het zou haar echt spijten, wanneer de exploitant van de Soester bioscoop ermee zou moeten ophouden. De heer HOM'zegt dat hij, hoewel hij het niet zo erg eens is met hetgeen de wethouder Van den Arend heeft betoogd, toch aan de kant van het college staat en het voorstel van het college zal steunen. De exploitant heeft gevraagd om een verlaging van de vermakelijkheidsbelas ting - 13 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 14