15 december 1965.
wordt betaald.
De wethouder DE HAAN zegt dat het gebruikelijk is, dat
de kosten van het kamp worden omgeslagen per bewoner. Daarbij zullen
dus ook moeten worden berekend de eventueel te maken kosten voor de
wagens die er te veel staan. Op papier is op een overloop van zes wagens
gerekend, welke daar een week mogen staan. Dat is doorkruist door een
rechterlijke uitspraak, waardoor de zaak in feite is opgeschort tot het
voorjaar. Een maatregel die gedeputeerde staten hebben genomen is min of
meer ontkracht door een uitspraak van de rechter, welke is uitgelokt
door geverbaliseerde mensen van het overloopkamp. Die rechterlijke uit
spraak luidde: Wacht maar tot na de winter, dan kunnen deze mensen hun
weg wel weer vinden en komt er vanzelf weer ruimte.
Hier wreekt zich het feit, dat het opzetten van de re
gionale woonwagenkampen niet in een gelijkmatig tempo verloopt. In ver
schillende goed geleide kampen doen zich daardoor moeilijkheden voor.
In Brabant is dat ook in een enkel kamp gebeurd. De gang van zaken was
in zulke kampen redelijk, maar door het samenpersen van de wagens op een
klein gebied is de toestand er niet beter op geworden.
Ook in de kring van de echte woonwagenbewoners heerst
nogal wat ontstemming, omdat er onder degenen die mede dit te grote
aantal woonwagens veroorzakenlieden zijn die, om welke merkwaardige
reden dan ook en min of meer asociaal geredeneerd, de laatste jaren
als vrije vogel in een wagen willen leven. Die maken het de geboren en
getogen woonwagenbewoners moeilijk. Maar het feit ligt er en ergens,
ook ten aanzien van het departement blijkbaar, is er in het verleden te
weinig coördinatie geweest. Dat wreekt zich nu.
In de provincie Utrecht zouden drie, zo mogelijk vier
kampen worden ingericht. Er zijn er nog maar twee, waardoor onvermijde
lijk die overloop ontstaat.
Er zullen dus wel wat meer kosten ontstaan, hoewel dat
misschien wel mee zal vallen, want het merendeel van deze mensen
heeft, ook nu nog, allerlei business aan de hand.
De heer HOM merkt op dat de goedwillende gemeenten die
aan de regeling meewerkenworden belast met de kosten van de overloop.
Dat acht hij niet juist. Soest en Amersfoort geven zich met andere ge
meenten de moeite om die gelden op te brengen, terwijl er daarnaast ge
meenten zijn die er helemaal niets aan doen. Nu zal voor die overloop
ook nog moeten worden betaald; daartegen heeft zijn fractie bezwaar.
De wethouder DE HAAN wijst er op, dat de gemeenten die
niet aan de regeling meedoen, hun eigen kamp in stand moeten houden
en ook met problemen zitten, met name b.v. Scherpenzeel
In het winterseizoen ontstaat er meer concentratie, door
dat de woonwagenbewoners naar streken komen waar werkgelegenheid is of
meer mogelijkheid tot het afzetten van hun handel, 's Zomers trekken ze
met kermissen mee of sjouwen het land door. Dat heeft dus op veel kampen
een concentrerende invloed, niet alleen op dit kamp.
Er is niet zo zeer sprake van overloop uit gemeenten
die er niets aan doen. Een behoorlijk geoutilleerd kamp trekt gewoon
lijk wat meer aan dan een slecht, hoewel dat sommetje niet altijd op
gaat. Toen Soest nog een eigen woonwagenkamp had, stonden er tegen de
winter dikwijls ineens 34 inplaats van 12 tot 14, waardoor de kosten
met een sprong omhoog schoten, vooral als het langere tijd ging sneeu
wen of vriezen.
Nu vraagt de heer Hom of Soest moet betalen voor wat an
dere gemeenten eigenlijk hebben laten liggen. Dat is moeilijk te zeggen.
Het rijk heeft in de investeringskosten een vrij belangrijke bijdrage
- 166 -