15 december 1965.
Inderdaad, over de gang van zaken dit jaar is de raad niet
gelukkig. De voorzitter kan wel aanvoeren dat de datum van 20 december
al lang bekend was. Daar gaat het echter niet alléén om. De nodige gege
vens waren met vroeg genoeg bekend. Meestal moeten de raadsleden in
formeren wanneer het college denkt dat de begrotingsbehandeling a. in
de afdelingen en b. in de raad kan plaats vinden. De raadsleden hebben
naast hun taak van een paar uur in de maand raadslid te zijn, nog een
dagtaak, Of zij nu zonder beroep zijn, zoals de huisvrouwen in deze
raad of wel een beroep hebben maakt niets uit, zij hebben een taak er
naast. Zij maken dus een schema op en verwachten dat na de behandeling
in de afdelingen na een bepaalde tijd het antwoord van het college er
zal zijn. Er wordt een datum gepland voor de fractievergadering en als
die gehouden is, moeten de fractievoorzitters nog voldoende tijd hebben
om zich grondig voor te bereiden op de mondelinge begrotingsbehande
ling.
Deze keer is het antwoord van het college zo laat gekomen,
dat een rustige en verantwoorde voorbereiding zeer moeilijk is. Spre
ker hoopt dat dit niet meer zal voorkomen. De moeilijkheden ontstaan
niet zonder meer doordat van twee data, die van te voren bekend zijn,
er een zou worden verschoven. Belangrijk is het tijdstip waarop de
raadsleden het schriftelijk antwoord van het college ontvangen nadat
behandeling in de afdelingen heeft plaatsgehad. De rijkelijk late toe
zending daarvan heeft deze keer de moeilijkheden veroorzaakt.
Spreker heeft wel waardering voor het vele werk, dat onge
twijfeld onder hoge druk moet zijn verricht, om het schriftelijk ant
woord samen te stellen dat de leden gisteravond, toen er fractieverga
deringen waren in een enveloppe op hun tafel vonden. Zij konden er
echter niet dat mee doen, wat zij ermee hadden moeten doen.
Spreker gaat dus akkoord met 20 december. Hij is verheugd
dat het college ook inzietdat het het volgend jaar anders moet gaan.
Hij hoopt dat het ook inderdaad anders zal zijn, want het verleden leert
dat dit een chapiter is waarover jaarlijks wordt gepraat. Met die
hoop gaat hij dan het oude jaar uit.
Mevrouw POLEI-Musier sluit zich bij het betoog van de heer
Berkelbach van der Sprenkel aan.
De voorzitter heeft wel gezegd, dat de data bekend waren, maar
het was bij het college toch wel even eerder bekend, dat er aan het
eind van het jaar een begroting zou moeten worden behandeld. Dit jaar
zijn burgemeester en wethouders persé te laat begonnen, waarvan de raad
nu de dupe is. Spreekster is het geheel met de heer Berkelbach eens,
dat er, als men als fractievoorzitter de begroting serieus wil behan
delen, grondig overleg met de fractie nodig is. Daarvoor is deze keer
beslist geen gelegenheid. Dat is een ernstig gebrek bij de behandeling
van de begroting.
De VOORZITTER zegt dat het college zich deze woorden zal aan
trekken. Spreker heeft dat trouwens al gedaan. Hij dankt de leden voor
het begrip waarvan zij blijk hebben gegeven en van hun wil om mede te
werken aan een oplossing. De datum van 20 december voor het houden van
de begrotingsvergadering wordt dus gehandhaafd.
Vervolgens sluit de voorzitter te 21.00 uur, de vergadering.
Vastgesteld in de openbare ver
gadering van de raad der gemeente
Soest op 19 januari 1966.
De voorzitter,
- 174 -
De secretaris,
Al****AAsf