20 december 1965. steeds sportvelden te weinig. Een accommodatie voor de zaalsport ontbreekt helaas nog steeds en tot op dit ogenblik is nog geen definitieve oplossing in zicht. Wat betreft de uitbreidingsplannen, verbazen wij er ons over dat er al eind 1963 een beroep bij de Kroon is ingesteld tegen het besluit van gedeputeerde staten om ons plan Eng II niet goed te keuren. Het ont breekt ons aan het inzicht, waarom dat nu zolang moet duren. Wij zouden het college in overweging willen geven om bij het leggen van contacten met aannemingsmaatschappijen zeer selectief te werk te gaan. Zou er, nu men nog niet is begonnen met de uitvoering van het plan Soesterveen, nog een mogelijkheid bestaan om een aantal geprojecteer de premiewoningen uit de premiesector over te brengen naar de Woningwet-B- sector? Hiervan wordt voor de doorstroming veel verwacht en daarom zou dit misschien aanbeveling verdienen. De woningvoorziening voor bejaarden is dit jaar een stuk ver beterd. Wij zijn zeer verheugd, dat het project Molenschot zeer binnen kort aan verwezenlijking toe is. Een ander probleem dat een groej) bejaarden bezighoudt en dat binnen afzienbare tijd nog dringender zal worden, is de busverbinding over de Eng. Om het leven van de bejaarden zo lang mogelijk normaal te laten verlopen, is zeker service op het gebied van vervoer nodig. Juist de moge lijkheid op eigen kracht nog overal te kunnen komen geeft hun het gevoel van onafhankelijkheid waarop ieder mens recht heeft. Wij vinden het dan ook een onverdraaglijke gedachte, dat er geen oplossing gevonden zou kun nen worden. Heeft men al eens gedacht aan een gedeeltelijke omlegging - b.v. om het uur - van de lijndienst? Terugziende op het afgelopen jaar, kunnen wij zeggen dat de sa menwerking met het college zowel als met de ambtenaren weer zeer prettig was. Des te meer valt het daarom te betreuren, dat de voorbereiding van de begroting toch wel enige hiaten vertoonde. Het lijkt ons gewenst om voor die diensten en bedrijven ten aanzien waarvanhet de gewoonte is de desbetreffende begroting in de commissies te behandelen, de commissoriale behandeling in een veel vroeger stadium te doen plaats hebben. De commis sies zijn ingesteld om burgemeester en wethouders van advies te dienen. Zij zouden ook op het terrein van dit stuk gemeentelijk werk graag hun taak wilden vervullen. De practijk van dit jaar was wel even anders. U, mijnheer de voorzitter, wil ik danken voor de gelegenheid om namens de P.v.d.A-fractie deze opmerking te hebben mogen maken. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL spreekt daarop de volgende rede uit Men zou, mijnheer de voorzitter, bij de behandeling van deze begroting in grote trekken hetzelfde kunnen zeggen als een jaar geleden, bij de behandeling van de begroting voor 1965. Zoals trouwens ook reeds enkele jaren daarvoor, is er toen gesproken over de uitkering van het rijk aan de gemeenten ingevolge de financiële-verhoudingswetOok dit jaar zijn er bij de behandeling van de begroting in de af,delingen weer opmerkingen over gemaakt. De ondertoon hiervan is steeds weer, dat men een extra-uitkering zou wensen voor gemeenten, die een bepaalde - ver snelde - groei vertonen of die door de hogere overheid bepaalde taken toe gewezen krijgen, die de capaciteit van de betrokken gemeente te boven gaan. Verleden jaar bent u in uw antwoord op de gemaakte opmerkingen in zoverre ingegaan, dat ook u de situatie onbevredigend vond, doch dat het in eerste aanleg een zaak is van de vereniging van Nederlandse Gemeenten om te trachten hier iets aan te doen. Dit jaar is uw college korter in zijn ant woord op een opmerking, die over deze aangelegenheid in de raadsafdelingen werd gemaakt. Uw college stelt slechts vast, dat de vraag of voor gemeenten met een sterk stijgende bevolking een bijzondere regeling zou moeten worden - 180 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 181