20 december 1965. Een wat uitvoeriger, gemotiveerder en genuanceerder antwoord zal in de toekomst op prijs worden gesteld. Voorts wil onze fractie nog eens een lans breken voor het regelmatig houden van voorlichtingsbijeenkomsten op de laatste dinsdag van de maand. Een ander facet van de communicatie tussen uw college en de raad vormen de besturen van door de gemeente beheerde stichtingen. Met de Stichting Verzorgingshuis De Malvahoeve als voorbeeld, zouden wij u wil len vragen, er voor te waken dat het gemeentelijk-ambtelijke bij de dage lijkse gang van zaken niet een te zwaar accent krijgt. Ook de niet ambte lijke leden van een stichtingsbestuur hebben een taak en een zekere ver antwoording, die zij alleen kunnen waarmaken wanneer zij bij de zaak be trokken worden. Bij het onderzoek van de begroting in de afdelingen is gevraagd naar het dagelijks bestuur van De Malvahoeve. In uw antwoord staat slechts, dat het dagelijks bestuur door en uit de leden van het stichtings bestuur dient te worden gevormd. Aangezien de statuten ter zake duidelijker zijn dan uw antwoord, zouden wij gaarne nader over uw standpunt worden ingelicht. Dit te meer, omdat wij in De Malvahoeve een voorloper - een soort test-case - zien van het grote bejaardencentrum Molenschot, dat naar de geruchten gaan nu toch werkelijk iets anders dan alleen maar een naam zal gaan worden. Tenslotte, mijnheer de voorzitter, moge ik opmerken, dat er dit jaar toch wel het een en ander is veranderd. Aan het begin van dit jaar nam ons medelid de heer Hilhorst zitting in uw college als opvolger van de heer Van Zadelhoff. Ik stel er prijs op, de waardering te mogen uiten die onze fractie heeft voor de wijze waarop de heer Hilhorst zijn taak in uw college vervult. Van hem overgaande op zijn departement, moge ik ook getuigen van de waardering van onze fractie voor hetgeen door gemeentewerken tot stand gebracht wordt, ondanks alle belemmerende factoren. Het is ons - zoals andere jaren - een vreugde, mijnheer de voorzitter, onze erkentelijkheid voor uw leiding te mogen uitspreken. Onze dank gaat voorts uit naar de ambtenaren, voor hun behulp zaamheid en geduld bij de voorlichting, die voor ons leken nodig kan zijn. Dat wij in de laatste raadsvergadering bezwaren uitten over de voorberei ding van de begrotingsbehandeling, doet niets af aan onze waardering voor het feit, dat de afdeling financiën telkenjare kans ziet, ons omstreeks St. Nicolaas met de begroting te verblijden. De heer ORANJE zegt daarop het volgende: Mijnheer de voorzitter.' Gaarne wil de fractie van de V.V.D. en kele opmerkingen maken naar aanleiding van de voorliggende begroting. Wanneer men de laatste in een rij van sprekers is, heeft dat voordelen en nadelen. Een van de voordelen is, dat men zich in vele opzich ten kan aansluiten bij hetgeen door voorgaande sprekers naar voren is ge bracht. Zo mag ik mij namens mijn fractie aansluiten bij de reeds gesprden woorden van waardering voor het college en de ambtenaren, die het college ter zijde staan en het college het werken mogelijk maken. Die waardering leeft ook in mijn fractie. Veel wil ik hieraan niet toevoegen, want wan neer overdaad ergens meer schaadt dan goed doet, dan is het op dit punt. Enkele goed gemeende woorden zijn, dunkt mij, meer waard dan vele woorden die tenslotte in het perspectief van hun veelheid verloren gaan. Er zijn natuurlijk nu en dan meningsverschillen geweest. Ik ge loof dat het van weinig onderlinge waardering zou getuigen als er niet van meningsverschillen sprake was. Deze begrotingsbehandeling is de laatste die de raad in zijn samenstelling van dit ogenblik zal houden. Ik zou van deze gelegenheid gebruik willen maken om ook waardering uit te spreken voor de onderlinge - 182 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 183