20 december 1965. gemeente dan van de Bank voor Nederlandsche Gemeenten bericht, of de be nodigde lening al dan niet is toegestaan. Dat is een lange lijdensweg, die wel maanden kan duren, al heeft men hiermede nog geen ervaring opgedaan. Bij het doen van voorstellen en het in verband daarmede aantrekken van nieuwe leningen zal daarom sterk moeten worden gelet op de urgentie van het betrok ken object. De urgentie van de objecten zal het komende jaar naar sprekers oordeel een zeer belangrijke rol spelen. Mevrouw POLET-Musier zegt uit het antwoord van het college in eerste instantie de indruk te hebben gekregen, dat de kwestie van de rijks weg rond is. In tweede instantie is haar echter gebleken, dat dit niet het geval is. Heeft het daarom toch niet zin om namens de raad het ministe rie te vragen, zo snel mogelijk een principe-besluit terzake te nemen? De VOORZITTER deelt mede dat de zaak in principe rond is. Er is éenprincipe-uitspraak. Alleen op bepaalde onderdelen zijn de wensen van het gemeentebestuur anders dan die van de rijkswaterstaat. Daarover is nog overleg gaande. Mevrouw POLET-MusierHet is dus een kwestie van: binnen afzien bare tijd? De VOORZITTER: Dat weet je natuurlijk nooit. Mevrouw POLET-MusierDan handhaaf ik toch mijn suggestie om er namens de raad bij het ministerie op aan te dringen enige spoed terzake te betrachten. De VOORZITTER weet niet of het wel verstandig is dat te doen. De rijksweg wordt de eerste jaren toch niet aangelegd. Voor zijn eigen ontwikkeling heeft Soest geen belang bij de vraag, of het nu zus of zo wordt. In dezen spelen andere belangen een rol dan de uitbreiding van de gemeente Soest. Spreker heeft het gevoel dat er meer kans is dat Soest zijn zin krijgt, indien men de tijd heeft om dat te bewerkstelligen. Hij heeft wel hoop, dat de gemeente dan haar zin krijgt, want Soest staat met zijn standpunt niet alleen. Zal men de rijkswaterstaat echter duwen op een beslissing, dan valt te vrezen dat zal worden gezegd: Ja, dan nemen wij de beslis sing, zoals wij die wensen. En dan krijgt Soest dus niet zijn zin. Er is geen enkel vitaal belang gemoeid met het reeds nu verkrijgen van een beslis sing op dit punt. De hoofdzaken waarmede de gemeente moet werken s in ver band met aansluitingen e.d. - zijn namelijk allemaal bekend en daarover bestaat geen meningsverschil. Spreker gelooft daarom dat het in het belang van de gemeente is, rustig de resultaten van het overleg af te wachten. Mevrouw POLET-Musier wil ter voorkoming van legendevorming nog het volgende opmerken. Zij heeft niet begrepen, wat de heer Oranje dacht dat zij gezegd zou hebben over de woningen in de premie-sector. Nog minder heeft zij begrepen hetgeen de heer Oranje nu eigenlijk zelf wil. Zij heeft in eerste instantie voorgesteld woningen uit de premie-sector over te he velen naar de woningwet-sector Voorts merkt zij op bij het college een positief geluid te heb ben gemist ten opzichte van het concentreren van de gemeentelijke leningen bij de Bank voor Nederlandsche Gemeenten. In het verleden heeft men gelijk thans een grote geldschaarste meegemaakt. Toen heeft men gezien, dat vele gemeenten zich niet de zelfbeperking konden opleggen om zich te houden aan het door de regering wenselijk geachte rentepercentage. Op het moment dat dit rentepercentage om en nabij de drie lag, zijn gemeenten woningbouw gaan financieren met leningen van Tlo Met name door de gemeente Haarlem is dat gedaan. Het voorkomen van een dergelijke situatie is naar spreeksters oordeel een van de redenen geweest, waarom men thans de gemeentelijke le ningen heeft geconcentreerd. Bovendien verkrijgt men gen gemakkelijker po sitie, wanneer gen grote instantie - in casu de Bank voor Nederlandsche Gemeenten - op de kapitaalmarkt opereert dan wanneer alle gemeenten zich op eigen houtje op de kapitaalmarkt begeven. Spreekster mist daarom in de betogen van de zijde van het college erkenning van deze positieve kant van - 204 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 205