20 december 1965. meenten, zoals Amersfoort, Hilversum en Utrecht, tot een bepaalde intensie ve samenwerking ten aanzien van het doorstromingsbeleid komen. Acht het college dit mogelijk? De wethouder HILHORST zegt de kwestie van de sierschoorstenen te zullen opnemen met gemeentewerken. Onderzocht zal moeten worden, welke voorzieningen ten aanzien van deze schoorstenen kunnen worden getroffen. De VOORZITTER merkt op dat er in Soest een verordening geldt krachtens welke een vergoeding wordt toegestaan aan hen die verhuizen om een betere verdeling van de woonruimte te bevorderen. Van het effect van deze regeling kan nog niet veel worden gezegd; daarvoor is deze rggeling nog te kort van kracht. De enige ervaring die hiermede is opgedaan betreft het complex van 56 woningen in Soesterberg. Er komen nog steeds desbetref fende aanvragen binnen. Dit zal waarschijnlijk binnen enkele weken afge lopen zijn en dan zal men een overzicht hebben. Spreker heeft de indruk, dat er nogal wat gebruik van deze regeling is gemaakt en dat hierdoor bepaald goedkopere huizen beschikbaar zijn gekomen voor mensen met een lager in komen. De doorstroming is alleen mogelijk, als de daarvoor in aanmerking komende bewoners het zelf - misschien na een klein beetje te zijn geanimeerd - wensen. Wensen zij het niet, dan kunnen zij zich altijd beroepen op huur- bescherming. Het feit dat iemand een hogere huur kan betalen, vormt geen motief om hem uit zijn woning te zetten. Daar de mensen in dezen uiteinde lijk zelf het laatste woord hebben, gelooft spreker niet dat het mogelijk is een doorstroming te bewerkstelligen van goedkope, aantrekkelijke wonin gen naar duurdere, minder aantrekkelijke woningen. Het valt slechts te ho pen dat de duurdere, minder aantrekkelijke woningen - waarop de heer Pie ren doelde - ten opzichte van de huurverhogingen achter zullen blijven, zodat hun huur meer in overeenstemming komt met hun aantrekkelijkheid. De nieuwste woningen in de gemeente blijken echter wel zo aantrekkelijk te zijn, dat men bereid is om met behulp van de gemeente te verhuizen. Spre kers indruk tot nu toe is, dat de betrokken regeling bevredigend heeft ge werkt Hij gelooft dat overleg met de omringende gemeenten over het bevorderen van doorstroming nog erg weinig zal uithalen. De omliggende gemeenten kampen namelijk net als Soest met geweldige woningproblemen. Zolang men in de eigen gemeente nog voortdurend met bijzonder urgente ge vallen zit, zal het niet mogelijk zijn iemand van een andere gemeente daar zomaar tussendoor aan een woning te helpen. De heer HOM merkt op dat de grote ruiten in de trappenhuizen van de blokken op de Eng vaak stuk zijn. Het herstel laat dan soms enkele maan den op zich wachten. Hij heeft vernomen dat in een enkel geval zelfs de deuren eruit zijn gehaald. Voor wiens rekening komt het herstel? De wethouder HILHORST deelt mede dat de gemeente tegen dergelijke schade is verzekerd. Wanneer wordt geconstateerd dat kinderen vernielingen aanbrengen, dan grijpt de politie in en wordt getracht de schade te verha len op de ouders. Doordat er inderdaad veel vernielingen plaatsvinden, kan het herstel niet altijd onmiddellijk plaatsvinden. De heer HOM: De schade wordt dus niet over de bewoners hoofdelijk omgeslagen? De wethouder HILHORST: Neen. De heer VAN POPPELEN heeft de indruk dat vrij veel mensen zelf een woning zouden willen bouwen, indien zij de beschikking hadden over bouwterrein. Voorts meent hij dat een groot aantal kleine aannemers in de gemeente ermede gebaat zou zijn, indien voor particulieren woningen zouden kunnen worden gebouwd. In het Antwoord schrijft het college: "Momenteel beschikt de gemeente over weinig grond voor particuliere bouw. Er bestaan wel plannen om te bevorderen, dat in de toekomst meer grond voor particu lieren beschikbaar kan worden gesteld."

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 208