20 december 1965.
Algemene Bijstandswet in Soest zeer goed wordt toegepast.
De wethouder DE HAAN meent weinig te behoeven toe te voegen
aan het betoog van de heer Westra. Spreker kan zich overigens voorstel
len, dat sommige raadsleden op een gegeven moment de neiging hebben, het
probleem in zijn algemeenheid te stellen, vanuit het oogpunt dat de gemeen
ten met de uitvoering van de Algemene Bijstandswet zijn belast en dat
als uit de kring van de gemeenten ergens een gevoel van ongelijke rechts
bedeling opkomt, ook in een gemeente waar dat gevoel niet opkomt een op
merking mag worden gemaakt over de wijze van werken in andere gemeenten,
b.v. om via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten terzake communicatie-
punten te vinden.
De heer WESTRA: Daar heb ik niets op tegen.'
De heer PIEREN zegt dat hem gevallen bekend zijn die getuigen
van een perfecte uitvoering van de Algemene Bijstandswet in Soest en
dat hij een soort-gelijke opmerking had kunnen maken ten tijde van de Ar
menwet
De uitvoering van de Algemene Bijstandswet is in handen van de
gemeenten gelegd en uit dien hoofde kunnen in de gemeenteraden kritische
beschouwingen over de uitvoering van deze wet in haar algemeenheid, dus
ook door andere gemeenten, naar voren worden gebracht, met de bedoeling
dat die ook zullen worden gehoord door de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten
De begroting van de sociale dienst wordt zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Soester Natuurbad.
De voorzitter stelt hierbij tevens aan de orde:
Voorstel tot goedkeuring van verhoogde tarieven voor het Soester Natuurbad
De heer HOM zegt dat een deel van zijn fractie het niet eens
is met hetgeen het college heeft geantwoord betreffende de verhoging van
de toegangsprijzen. Het Soester Natuurbad is in de eerste plaats bestemd
voor de inwoners van Soest. Nu worden echter ook de toegangsprijzen voor
deze inwoners verhoogd. Spreker betreurt dit. Hij meent dat men de prijs
van de dagkaarten gemakkelijk kan optrekken tot 1,40 (dat is een prijs
die niet hoger is dan die welke in de omtrek voor dagkaarten geldt) en
de prijzen voor de inwoners van Soest - dat wil zeggen: de abonnementen -
kan laten zoals zij zijn.
De wethouder DE HAAN zegt dat de toegangsprijzen van dit bad
- met uitzondering van de dagprijzen voor de jeugd - tijdens het jaar van
sluiting (1961) zijn vastgesteld op 1,- De abonnementsprijzen hiel
den verband met deze prijs. De verhouding tussen dagprijs en abonnement
is (en dat was ook reeds het geval voor de vernieuwing van het bad)
vastgesteld op 1:10, dat wil zeggen: de minimumprijs van 1 abonnement
is gelijk aan de prijs van 10 dagkaarten. Sedert die prijs vaststeling is
het natuurbad uitgebreid met een installatie ter verwarming van het
water. Door deze voorziening hebben de abonnees meer mogelijkheden om hun
abonnement te benutten. Met het oog op deze weggroting van de gebruiksmo
gelijkheden van het bad zal men kunnen zeggen, dat de verhouding in plaats
van op 1:10 zou kunnen worden vastgesteld op 1:12. Dit is door het stich
tingsbestuur niet gedaan, juist vanuit het oogpunt dat de ingezetenen van
de gemeente Soest zoveel mogelijk in de gelegenheid moeterj^orden gesteld
om van dit bad op een prettige manier gebruik te maken,
(De heer Oranje verlaat, te 15.15 uur de
vergadering)
Voorgesteld wordt de prijs van de dagkaarten te verhogen van
tot 1,25. Deze prijs behoort tot de hogere in den lande. Er zijn
nog'niet veel zwembaden die dit tarief berekenen. Verhoging van de prijs
van de dagkaarten tot 1,50 zou wel een heel grote sprong zijn en bij
- 215 -