17 februari 1965. De gemeente heeft een bepaalde bestemming op deze grond gelegd en boven dien de algemene afspraak gemaakt, dat zij voor de grond nooit een andere prijs zal betalen dan die welke de eigenaars hebben gekregen, die de grond langs minnelijke weg aan de gemeente hebben overgedragen. De betrokken bouwondernemer heeft de grond nog steeds niet laten overschrijven, teneinde geen transportkosten te behoeven te betalen. Boven dien is gebleken - dat is een vingerwijzing voor degenen die hun grond niet aan de gemeente wensen te verkopen -, dat zolang de'gemeente de grond niet nodig had, er geen betaling voor de grond zou plaatsvinden. De wethouder DE HAAN zegt dat de door de heer De Bruin bedoelde kwestie een misverstand betreft: de ene wethouder weet niet beter dan dat de grond in handen van de gemeente is, terwijl dit toch niet geheel het geval blijkt te zijn. De bouw van het bejaardentehuis zelf had echter ook zonder de onderhavige grond kunnen geschieden. Vandaar dat indertijd is medegedeeld: Er kan gebouwd worden; wij hebben de grond. Wanneer de betrok ken stichting echter een terrein bij het bejaardencentrum wenst, dan is de onderhavige grond wel nodig. De heer Westra heeft opgemerkt, dat er geen goedgekeurd uitbrei dingsplan is. Het is de bedoeling voor de bouw van het bejaardencentrum de weg van art. 20 van de Wederopbouwwet te volgen. Over de bouw van het be jaardencentrum is overleg gepleegd met de provincie. Op dit punt kan er geen verschil van mening bestaan. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 28(5) Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet voor: a. de verbetering en riolering van de Korte Hartweg en de Krommeweg b. de verbetering en riolering van de Hartweg. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zon der hoofdelijke stemming aangenomen. 29(6) Voorstel inzake de aanleg van een waterleiding ten behoeve van de percelen De Zoom 1 en 7 op grond van de regeling betreffende bijdragen in de drink watervoorziening van super-onrendabele percelen. De heer GRIFT verheugt het dat wederom enkele percelen in de su per-onrendabele gebieden kunnen worden aangesloten. In dit verband vraagt hij, of alle mensen aan de Dorresteinweg bereid zijn hun woning op de water leiding te laten aansluiten. Zo niet, hoeveel mensen weigeren dit dan? Mo gelijk zijn er onder de laatsten enkelen die alleen via de A.O.W. inkomsten hebben. Wanneer dat het geval is, bestaat er dan een mogelijkheid deze mensen toch te helpen? Deze zaak sleept nu al drie jaar. De situatie aan de Dorre steinweg is zowel voor de gemeente als voor de betrokkenen onhoudbaar. De VOORZITTER zegt dat de opmerkingen van de heer Grift niet slaan op het onderhavige voorstel. Hij wil daarom eerst dit voorstel afhandelen. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De wethouder HILHORST zegt als antwoord aan de heer Grift, dat de kosten van aansluiting van de percelen aan de Dorresteinweg variëren van 200,-- tot 600,Het laatste bedrag geldt voor bedrijven. De betrokkenen zijn allen aangeschreven. Van de zestien hebben negen zich bereid verklaard de bijdrage te betalen. De overige zeven hebben dit geweigerd. Daarna is medegedeeld, dat zij het bedrag niet ineens behoeven te betalen, doch dat een gemakkelijker betalingswijze mogelijk is. Toen ook dit geen effect had, is de betrokkenen medegedeeld, dat wanneer zij niet bereid zijn mee te doen, de gemeente hun niet langer pro deo van water zal voorzien. Degenen die wel bereid zijn mede te werken, zullen van gemeentewege wel van water worden voorzien. Het college hoopt nu, dat degenen die tot dusverre niet hebben willen meewerken, eieren voor hun geld zullen kiezen, zodat niet ten gevolge van de houding van een enkeling een onverantwoorde situatie met betrekking tot de drinkwatervoorziening aan de Dorresteinweg blijft bestaan. - 32 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 33