17 februari 1965. Onlangs heeft het college de rijkswaterstaat zelfs aangeboden, dat wanneer men met personeelsgebrek kampt - met name wat betreft het op maken van bestekken - de gemeente misschien wel iemand tijdelijk beschik baar kan stellen. Het contact met de rijkswaterstaat is op het ogenblik wel vrucht baar. Spreker heeft de hoop, dat er nu inderdaad verbeteringen zullen wor den aangebracht. Desondanks meent hij, dat het toch wel goed kan zijn, dat de raad besluit zijn ernstige zorg over het grote gevaar van de volkomen niet aangepaste rijksweg door Soesterberg bij de minister naar voren te brengen. Hij gelooft ook, dat de minister dit zal beschouwen, niet als een onvriendelijke daad, doch als het constateren van een ook hem bekend feit De toestemming van de rijkswaterstaat voor de zelfbedienings- lichten is reeds binnengekomen. Deze lichten zijn besteld. Het hangt van de levertijd af, hoelang het duurt voordat deze lichten worden aangebracht. De heer Van Weert heeft voorgesteld om in de Prof. Lorentzlaan een stukje plantsoen te gebruiken voor het parkeren. Ook hier stelt spreker voor, even de ervaringen van de thans voorgestelde maatregelen af te wach ten. Men moet bovendien bedenken, dat al deze zaken kostbare voorzieningen betreffen, die het dorp lelijker maken. Men moet met dergelijke voorzienin gen dus voorzichtig zijn en ze alleen in uiterste noodzaak treffen. Gaat de raad ermede akkoord, dat het college zich tot de minister wendt om namens de raad ernstige bezorgdheid te uiten over de rijksweg door Soesterberg? De heer VAN POPPELEN vraagt of men daarin niet meteen de rijksweg door Soest kan betrekken. Het verkeer op die weg neemt zodanige vormen aan, dat het vanuit zijwegen haast filet mogelijk is op de rijksweg te komen. Daarbij zou tevens kunnen worden gevraagd, de vaststelling van het defini tieve tracé van de rijksweg en de aanleg daarvan te bespoedigen. Dat is ook van belang met het oog op de ruilverkavelingswerken in Soest. De VOORZITTER merkt op dat de suggestie van de heer Van Poppelen aantrekkelijk lijkt. Toch zou hij deze suggestie niet willen overnemen. De saillante punten in Soesterberg zijn duidelijk. Er bestaat eigenlijk volledige overeenstemming tussen de rijkswaterstaat en de gemeente over hetgeen ten aanzien daarvan moet gebeuren. De rijksweg door Soest kan men een hopeloos geval noemen. Dit is niet te verbeteren. Daarvoor zal een geheel nieuwe rijksweg moeten wor den aangelegd. Op het ogenblik pleegt de rijkswaterstaat overleg met pro vincie en gemeente om het nieuwe tracé vast te stellen. Daaraan wordt hard gewerkt. Wanneer men met iemand in gesprek is, is het min of meer een slag in de lucht om te zeggen: Wil je er nu eens werk van maken? Immers: men maakt er werk van. Deze zaak is aan de gang. In Soesterberg daarentegen is men het volkomen eens over hetgeen daar moet gebeuren, maar er gebeurt niets. Tussen beide gevallen bestaat derhalve een wezenlijk verschil. Indien er ten aanzien van de rijksweg door Soest geen voortgang meer zou worden gemaakt, dan zou er reden zijn om zich ook daarover tot de betrokken instanties te wenden. Juist nu men deze zaak wel aanpakt, zou spreker een dergelijke stap niet willen onder nemen De heer VAN POPPELEN leidt uit de woorden van de voorzitter af, dat op korte termijn bekend zal worden, hoe het nieuwe tracé van de rijks weg door Soest zal worden. De VOORZITTER: De rijkswaterstaat is op het ogenblik hard bezig met de vaststelling van het tracé. De heer ORANJE wil gaarne een algemene opmerking maken, die niet alleen op Soesterberg, doch op de gehele gemeente slaht. De gemeente legt noodgedwongen parkeerhavens aan. Spreker wil daaraan ook medewerken.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1965 | | pagina 38