9 juni 1965.
Mevrouw POLET-Musler verzoekt het college door middel van
een duidelijk en in heldere taal gesteld perscommuniqué ook in de di
verse kranten mededeling te doen van deze verordening. Het commentaar
op de raadsagenda is in sommige kranten niet zo duidelijk geweest, dat
iedereen de bedoeling van deze verordening goed heeft begrepen.
Met de voorzitter is spreekster het eens, dat het punt van
het woongerief wel een moeilijke kwestie zal zijn. De mensen zijn n.1.
misschien wel bereid naar een duurdere woning te gaan, maar dan moet
daar ook een groter woongerief tegenover staan. Het zou voor de raads
leden interessant zijn te zijner tijd te vernemen in hoeveel gevallen
per jaar een beroep op deze regeling is gedaan.
De VOORZITTER zegt zelf nog niet te zien, dat althans de
eerste tijd veelvuldig beroep op deze regeling zal worden gedaan.
Ter informatie zal het inderdaad goed zijn, dat het college
de pers uitnodigt om deze een korte uiteenzetting te geven over de re
geling. Daarnaast kan de pers een duidelijk resumé worden gegeven van
de inhoud van de regeling.
De heer WESTRA heeft met zeer veel belangstelling van deze
regeling kennis genomen. Welke resultaten de regeling zal afwerpen,
zal de toekomst moeten leren.
Onbevredigend vindt hij het, dat iemand die een woning met
een huur van ten hoogste 76,per maand verlaat om een woning met
een 40% hogere huur te betrekken onder de regeling valt, terwijl iemand
die een woning van 80,huur verlaat niet van deze regeling gebruik
kan maken. Om voor deze vergoeding in aanmerking te komen moet iemand
die een huur van 76,betaalt, verhuizen naar een woning met een huur
van ongeveer 105,Iemand die een huur van 70,betaalt, moet
verhuizen naar een woning met een huur van ongeveer 100,om onder
de regeling te vallen. Om woonruimte vrij te maken voor mensen, die wil
len verhuizen uit een woning met een huur van 55,tot 75,zou
het wellicht aanbeveling verdienen een regeling te maken, waardoor de
genen die een huis bewonen met een huur van 75,tot 85,--, van
85,-- tot 95,en van 95,tot 105,-- bij verhuizing naar een
duurdere woning een aflopende vergoeding krijgen. Onder "aflopende ver
goeding" verstaat spreker een vergoeding, die lager wordt naarmate de
huurwaarde hoger is.
De VOORZITTER merkt op dat het hier een volkomen nieuwe materie
voor het gemeentebestuur betreft. Het college is ervan uitgegaan, dat men
daarom in eerste instantie de verordening zo eenvoudig mogelijk moet hou
den. Het doel van deze verordening is een doorstroming te bevorderen,
waardoor goedkopere woningen vrijkomen. De grens van 76,is genomen,
omdat die een bepaalde categorie van woningen betreft. Na deze 76,
springen de huren nogal abrupt naar een hogere klasse.
De heer Westra wil nu een getrapte doorstroming hebben door
de woningen van 80,huur vrij te maken voor uit een woning van 60,
huur komende mensen. Daardoor kan dan iemand die weinig huur kan betalen,
de woningen van 60,krijgen. Spreker voelt hier niet zo heel veel voor
Wanneer iemand een duurdere woning vrijmaakt, omdat hij daarvoor een pre
mie krijgt, moet men n.1. maar afwachten of voor de betrokken woning inder
daad iemand uit de lagere categorie in aanmerking wil komen.
De heer WESTRA: Maar dat geldt toch voor alle categorieën?
De VOORZITTER: Neen. Ergens moet het eindigen. Immers: Waar komt degene
die een woning van 80,verlaat?
De heer WESTRA: Die moet om onder de regeling te vallen 40%
meer huur betalen. Hij moet dus een huis huren van minstens 112,
Er komt dan een woning van 80,vrij, waarin iemand kan komen die tot
nu toe 60,huur betaalt.
- 82 -