9 juni 1965
De wethouder HILHORST: Wij varen nergens in. Wanneer dit
voorstel wordt aangenomen, hebben wij alleen de gelden om te kunnen
doorwerken. Zou men een andere procedure volgen, dan zou pas wanneer
een en ander definitief vaststaat, het onderhavige voorstel worden
gedaan. Men moet dan wachten op de goedkeuring van het raadsbesluit.
Dat zou betekenen, dat er een hiaat van twee, drie maanden ontstaat.
En dat hiaat behoeft niet te ontstaan, omdat iedereen weet dat riole
ring en bouwwegen in ieder geval moeten worden aangelegd.
De heer ORANJE: Maar wij krijgen de zaak dus nader uitge
werkt voor ons, alvorens de riolering en de bouwwegen worden aange
legd
De wethouder HILHORST: Inderdaad. U krijgt ook nog de inde
ling van de woningen, wie ze bouwt enz., enz.
De heer ORANJE: Over die punten heb ik niet gesproken. Ik
heb alleen gevraagd: Zijn de tracé's, waarop het onderhavige krediet
betrekking heeft, bekend, ja of neen?
De wethouder HILHORST: Wij hebben daaromtrent natuurlijk
voorstellen gedaan, maar dat betekent nog niet dat dit definitief is.
De heer ORANJE: Wat voor bezwaar is er tegen ons op dat
punt nader in te lichten?
De wethouder HILHORST zegt dat in de commissievergadering
en op een bijeenkomst op de laatste dinsdag van de maand deze zaak
de raad volledig is voorgehouden.
De heer ORANJE: De bijeenkomsten op de laatste dinsdag van
de maand zijn geen raadsvergaderingen.
De heer WESTRA: Bovendien is toen wel de Soester Eng, maar
niet het Soesterveen behandeld.
De wethouder ORANJE: Dan is het misschien in een gecombineer
de commissievergadering geschied.
Mevrouw POLET-MuslerWij hebben het al zo vaak gehoord. Ik
weet echt niet meer precies, wanneer en waar het is uiteengezet.
De wethouder HILHORST: In ieder geval is de raad volledig
op de hoogte.
De heer VAN POPPELEN betreurt het dat in de laatste vergade
ring van de commissie grondbedrijf en uitbreidingsplan de afgevaardig
de van de V.V.D. verstek heeft laten gaan. Dat is misschien de reden,
waarom de V.V.D.-fractie niet op de hoogte is. De zaak is daar n.1. tot
in den treure uitgelegd.
De heer ORANJE: De term "verstek laten gaan" is niet geheel
juist. Wij moeten het elkaar gunnen, dat wij met vakantie gaan!
De wethouder HILHORST zegt dat in de door de heer Van Poppe
ten bedoelde commissievergadering de zaak inderdaad geheel is behandeld.
Het college betracht zoveel mogelijk openheid van zaken.
De heer ORANJE zegt van zijn kant gaarne de openbaarheid te bevorderen
met betrekking tot zaken, die de openbaarheid raken. Wanneer hij als
raadslid een kredietaanvrage voor zich krijgt voor straten en wegen,
betreurt hij het wanneer hij dan geen flauw idee heeft, waar die moe
ten komen. De commissieleden kunnen dan wel zeggen de zaak in de com
missie te hebben gezien, maar men kan van een commissielid niet ver
wachten, dat deze in zijn fractievergadering precies kan tekenen waar
die straten komen.
De wethouder HILHORST wijst erop dat men dit voorstel zuiver
moet zien als een blijk van voortvarendheid. Het college had rustig
kunnen wachten tot de andere zaken waren afgedaan om pas dan met deze
kredietaanvrage te komen. Dat zou echter hebben betekend, dat er een
pauze van twee, drie maanden was ontstaan. En dat zou toch ieder
raadslid hebben betreurd.
- 86 -