19 januari 1966. den, voor de Hilversumse school een uitzondering te maken en te zeggen: Dit wordt een door het rijk erkende en gesubsidieerde school, laten wij dit ene jaar overbruggen met een subsidie. Ten aanzien van de opleidingsschool te Amersfoort blijft het college het standpunt innemen dat het steeds heeft ingenomen en dat ook steeds door de raad is ingenomen. Voor die school gelden niet de speciale redenen die gelden voor de school te Hilversum. De school in Amersfoort wordt niet alleen niet goedgekeurd, maar zij sluit bovendien het volgend jaar. De heer ORANJE zegt altijd te hebben gedacht, dat de scholen die door het rijk niet werden gesubsidieerd, niet voldeden aan de eisen en daardoor in zekere zin ondeugdelijke scholen waren. Op grond van deze gedachte heeft spreker zich steeds op het standpunt gesteld: Men gaat van gemeentewege geen school subsidiëren die van rijkswege ondeugdelijk wordt geacht. Nu hem blijkt dat deze gedachte niet juist is en hij meent dat mag worden aangenomen, dat het in het onderhavige geval om twee kwa litatief gelijkwaardige scholen gaat, ziet hij geen aanleiding om te stellen dat de school te Amersfoort niet op dezelfde voet moet worden ge subsidieerd als de school te Hilversum. De heer DIJKSTRA vraagt of het college concreet kan mededelen, in welke opzichten de opleidingsschool te Amersfoort niet aan de eisen voldoet De wethouder DE HAAN zegt dat het hierbij om een complex van factoren gaat. Dit betreft in de eerste plaats het aantal leerlingen. Het betreft vervolgens de afstand van de school ten opzichte van een ge lijkvormige school. In dit opzicht wordt de afstand Amersfoort-Utrecht te klein geacht terwijl de afstand Amersfoort-Hilversum,met inachtneming van het achterland van Hilversum dat zich uitstrekt tot Harderwijk, groot genoeg wordt geacht. Bedoeld complex van factoren betreft verder het aantal docenten en het leerplan maar de omvang van de school en de voor ziening van het rayon zijn de voornaamste factoren. Zou er in Utrecht een openbare opleidingsschool zijn, dan zou de school te Hilversum geen schijn van kans op rijkssubsidie hebben, want dan zou het rayon met de school te Utrecht en die te Amsterdam voldoende zijn voorzien. Maar nu is er tussen Amsterdam en Apeldoorn niets op dat terrein. Daardoor komt het dat de Hilversumse school behoort tot de zes niet gesubsidieerde, maar wel goedgekeurde scholen in den lande, die met ingang van 1 september a.s. zullen worden gesubsidieerd, De heer DIJKSTRA: Het betreft hier dus meer een kwestie van dislocatie van scholen? De wethouder DE HAAN: Ja. De heer DIJKSTRA: Er is dus geen sprake van, dat het schooltje in Amersfoort kwalitatief inferieur is? De wethouder DE HAAN: Neen. Als hier eerstejaars cursisten zou den zijn (maar het betreft hier een aflopende cursus, de opleiding voor hoofdleidster wordt afgemaakt) die nadat zij het eerste cursusjaar met goed gevolg hebben doorlopen per september a.s. naar een andere opleidings school voor kleuterleidsters zouden gaan, dan zouden zij niet in de ijs kast moeten alvorens aan het tweede cursusjaar te mogen deelnemen. Dan zou, net als op de school te Amersfoort het geval zou zijn geweest, moe ten blijken of zij wel of niet kunnen meekomen. Daarbij komt natuurlijk ook de aanleg om de hoek kijken. Er kan wel sprake zijn van een nuance verschil in de opleiding maar het is heus niet zo,, dat van een eerstejaars leerlinge van de school te Amersfoort op een andere school zou worden ge zegd: Die is zo dom, die kan niet mee. De heer DIJKSTRA; Het is dus niet zo, dat de leerkrachten aan de school te Amersfoort niet de vereiste diploma's hebben en dus onbevoeg de leerkrachten zijn? - 12 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 13