31 augustus 1966.
dat het geen verdere voorbereiding vereist.
De heer ORANJE vraagt aan wie het stuk is geadresseerd.
De VOORZITTER: Aan de raad.
Op voorstel van de voorzitter wordt daarop besloten aan de lijst
van ingekomen stukken alsnog toe te voegen het volgende ingekomen schrij
ven van de heer Noordam:
"Op l<ljuli j.1. mocht ik van de directeur van gemeentewerken een bericht
ontvangen van het voornemen om de Koninginnel aan met ingang van 15 november
1966 te veranderen in Beckeringhstraat
Men heeft het niet nodig geacht de bewoners van dat deel van de Koningin-
nelaan, dat een nieuwe wegaanduiding krijgt, hierover te polsen, maar zon
dermeer aangekondigd dit te gaan doen.
Ik teken ernstig protest aan tegen deze naamsverandering en vraag mij af
waarvoor zulks nodig is. Temeer omdat de gemeente Soest in deze niet con
sequent is. Er zijn in Soest al jarenlang een aantal wegen, die hoewel één
weg vormend verschillende namen dragen. Ik denk hierbij b.v. aan (richting
Hoofdstraat-Amersfoort) Vredehofstraat-BurgGrothestraat-Van Weedestraat-
Steenhoffstraat-Middelwijkstraat-Torenstraat en Birkstraat.
Richting Soest-ZuidBeckeringhstraat-Laanstraat-Beukenlaan-Nieuweweg
Waarom nu persé voor dat kleine stukje Koninginnelaan de wegaanduiding
veranderd moet worden is mij in dit geval niet duidelijk.
Bovendien vraag ik mij af wie de kosten betaalt, die aan deze adreswijzi
ging vastzitten, zoals verandering van briefpapier, adreswijzigingen, o.a.
aan 150 buitenlandse relaties, bij wie ik als hoofdredacteur van "Onze
Luchtmacht" op de mailinglist sta".
De VOORZITTER herinnert eraan dat indertijd door de raad is be
sloten het eerste gedeelte van de Koninginnelaan (van de grens met de
gemeente Baarn tot de Beckeringhstraat) de naam Beckeringhstraat te geven.
Vanaf de gemeente Baarn krijgt men een doorlopende weg - weliswaar met een
flauwe bocht -, bestaande uit het desbetreffende gedeelte van de Koninginne
laan en de Beckeringhstraat. Haaks daarop staat de oude Koninginnelaan.
Door het betrokken weggedeelte Koninginnelaan te laten heten zou er een
voor vreeemdelingen onbegrijpelijk situatie ontstaan. De vergelijking met
de rijksweg gaat niet op, omdat men daar te maken heeft met wegen die in
elkanders verlengde liggen. Inderdaad zou men die wegen één naam kunnen
geven, maar het is hystorisch verklaarbaar waarom ze verschillende namen
hebben. Het laatste is ook prettig, omdat men daardoor beter weet waar men
moet zijn.
Natuurlijk betekent een naamswijziging voor de betrokkenen altijd
enig ongerief. Men heeft echter vier maanden de tijd om relaties en verwan
ten op de hoogte te stellen. Spreker gelooft niet dat het zin heeft nog
enkele maanden aan deze termijn toe te voegen. Op een gegeven moment komt
men toch voor het feit te staan, dat men zijn postpapier e.d. moet wijzi
gen.
Spreker stelt de raad voor de heer Noordam in de geest van het
voorgaande te antwoorden.
De heer WESTRA merkt op dat er nog een schrijven is, dat een
wat ongelukkige adressering heeft. Bedoeld schrijven lag in de leesporte
feuille. Wordt de schrijver van de desbetreffende brief ook betrokken in
het antwoord dat aan de adressanten van de Stadhouderslaan zal worden ge
geven?
De VOORZITTER merkt op dat de door de heer Westra bedoelde brief
hetzelfde onderwerp behandelt als het onder punt e vermelde schrijven.
Genoemde brief is niet aan de raad, doch aan de raadsleden gericht. Deze
brief heeft het college via de leesportefeuille voor de raadsleden ter
inzage gelegd.
Spreker wil thans echter de discussie beperken tot de brief van
- 159 -