6 september 1966.
men kan het misschien ook nog anders zeggen namelijk als een mariage de
raison, als een huwelijk gesloten wordt op grond van de rede, en de rede
mag in de overwegingen wel een belangrijke rol spelen - namens zijn fractie
de heer van den Arend als candidaat voorstelt.
Uitgebracht worden 22 stemmen, waarvan 18 op de heer van den
Arend en 4 blanco, zodat de heer van den Arend is benoemd.
De heer VAN DEN AREND: Mijnheer de voorzitter. Ik wil de raad
graag heel hartelijk dankzeggen voor het opnieuw in mij gestelde vertrou
wen. Ik heb het werk als raadslid en als wethouder altijd met heel veel
genoegen gedaan. Evenals de heer Hilhorst wil ik mij gaarne de komende
vier jaar voor de wethoudersfunctie beschikbaar stellen. Ik hoop de arbeid,
misschien met veel gebreken, maar toch naar mijn beste krachten te verrich
ten.
De VOORZITTER verzoekt de heer van den Arend aan de tafel van
het dagelijks bestuur zitting te nemen en stelt voor over te gaan tot voor
ziening in de vacature de Haan.
Mevrouw POLET-Musier zegt dat er op een korte onderbreking na
van enige jaren geleden, steeds een college is geweest dat was samengesteld
uit de K.V.P., de Protestants-christelijke fracties en de P.v.d.A. De frac
tie van de P.v.d.A. stelt het als progressieve partij zeer op prijs, dat
het mogelijk is geweest om, zonder haar principes geweld aan te doen, met
de andere partijen samen te werken. De leden van de fractie hebben dat be
wust gedaan, omdat zij vinden, dat het meer progressieve volksdeel - om
het zo eens te formuleren - ook zijn invloed moet kunnen laten gelden in
het college van burgemeester en wethouders.
De fractie van de P.v.d.A. heeft altijd heel plezierig samenge
werkt met de andere fracties in de raad, terwijl zij weet dat ook de samen
werking in het college erg prettig is geweest. Daarom stelt zij zeer veel
prijs op deze derde wethouderszetel, en stelt zij de heer de Haan candidaat.
De heer DE BRUIN stelt voor deze vacature namens de fractie van
de V.V.D. de heer Westra candidaat.
Uitgebracht worden 22 stemmen, waarvan 15 op de heer de Haan en
7 op de heer Westra, zodat de heer de Haan is benoemd.
De heer DE HAAN: Mijnheer de voorzitter, staat u mij toe een kort
woord te spreken. Het is niet voor het eerst dat ik voor deze beslissing
wordt geolaatst. Met het aantal keren dat mij wordt gevraagd een benoeming
tot wethouder te aanvaarden, is de problematiek groter geworden, een pro
blematiek, waarvoor de gemeente ook is komen te staan Ik ben beslist de
overtuiging toegedaan, dat in de komende periode de problemen eerder toe
dan af zullen nemen, mede naarmate de groei van de gemeente doorzet.
Ik heb heel grondig overdacht of ik deze candidatuur en de even
tuele benoeming voor deze periode nog zou aanvaarden, omdat ik langzamer
hand dien te weten, wat er zoal bij dit werk komt kijken, Dat werk strekt
zich geleidelijk aan ook buiten de gemeentegrenzen in regionaal ver
band uit en het vergt hoe langer hoe meer tijd.
Niettemin heb ik gemeend deze benoeming toch te moeten aanvaar
den. Ik ben van harte bereid de komende periode met de meest mogelijke
energie aan het werk voortgang te geven, mede onder uw leiding, mijnheer
de voorzitter, die in de loop der jaren altijd bijzonder goed is geweest.
De sfeer in het college was altijd prettig en goed op samenwerking gericht.
Ook de samenwerking met de raad is - ondanks verschillen bij verkiezing
of anderszins - in het algemeen goed te noemen wat betreft de zaken die
hier meestal te berde worden gebracht.
Ik neem de benoeming dus gaarne aan en dank voor het vertrouwen.
Ik hoop dat de toekomst nog vele goede dingen voor deze gemeente zal mogen
brengen.
De VOORZITTER verzoekt de heer de Haan eveneens aan de bestuurs
tafel zitting te nemen. Hij wenst de wethouders van harte geluk met hun
benoeming en het vertrouwen, dat de raad in hen heeft gesteld.
- 175 -