19 oktober 1966.
De wethouder DE HAAN zegt dat gemeentewerken deze oliekachels
inneemt. Zou ergens nog een bestemming voor deze kachels mogelijk zijn die
meer garantie geeft tegen de hinder die deze kachels in de kleuterschool
opleveren, dan zouden zij daar tijdelijk nog kunnen worden gebruikt. Maar
vaak is het zo, dat apparaten als de onderhavige worden afgekeurd wegens
het feit dat zij moeilijk ergens anders zijn aan te wenden. Deze kachels
verspreiden een onaangename reuk in de kleuterschool. Daarom gelooft spre
ker niet, dat zij heel prettig zouden werken in b.v. een schaftlokaal.
Het is de gewoonte dat apparaten als de onderhavige worden opgeslagen bij
gemeentewerken en naar bevindt van zaken eventueel, zo mogelijk, nog
eens worden aangewend.
De heer DE GROOT vraagt of van de zijde van de gemeente wordt
ingegaan op eventuele aanbiedingen van particulieren die kenbaar maken,
dat zij apparaten als de onderhavige tegen een redelijke prijs van de
gemeente willen overnemen.
De wethouder DE HAAN zegt dat op dergelijke aanbiedingen zeer
beslist wordt ingegaan.
De heer DE GROOT merkt op dat het hem bekend is, dat toen enige
maanden geleden de in een school voor lager onderwijs gebruikte oliekachels
werden vervangen door gaskachels enkele particulieren de gemeente hebben
gevraagd de oliekachels te mogen overnemen, dat die particulieren toen aan
vankelijk is toegezegd dat men zich van de zijde van de gemeente met hen
in verbinding zou stellen, doch dat dat niet is gebeurd. Die oliekachels
zijn inmiddels verwijderd naar een bestemming die spreker niet kent.
Hij zal zo mogelijk gaarne vernemen, waarom men zich van de kant van de
gemeente tóen niet in verbinding heeft gesteld met die particulieren.
De wethouder DE HAAN zegt dat hem van het door de heer de Groot ge
noemde geval niets bekend is en vraagt welke school het betreft.
De heer DE GROOT zegt dat het de Insingerschool betreft.
Wanneer apparaten als de onderhavige nog een redelijke prijs kunnei
opbrengen, dan zou spreker het jammer vinden als men ze ergens zonder bestem
ming liet staan.
De wethouder DE HAAN zegt dat hij zal nagaan wat er met betrekking
tot de oliekachels van de Insingerschool is gebeurd.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
203(11) Voorstel tot het verlenen van eervol ontslag aan mevrouw M. Blok-Brand als
hoofdleidster aan de openbare kleuterschool te Sóesterberg.
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
204(12) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor het treffen van
voorzieningen ten behoeve van de r.k. kleuterschool aan de Mariastraat.
De heer VERHEUS merkt op dat het hier een school betreft ten aan
zien waarvan er sprake is van een soort van voorfinanciering. Deze school
heeft een vordering op de overheid ter zake van een schoolgebouw. Als,
doordat er steeds voorschotten worden opgenomen, deze school op een gegeven
moment door het bedrag dat zij heeft te vorderen heen is, dan zal zij mede
werking vragen op grond van artikel 50 van de Kleuteronderwijswet. Spreker
weet niet of er ter zakeoeen jurisprudentie is, maar hij meent dat wanneer
in zo'n geval zonder meer de gevraagde medewerking zou worden verleend,
misschien in de hand zal worden gewerkt dat men de vergoeding al bij voorbaai
opneemt en, geen vordering meer op de gemeente hebbende, toch maar doorgaat
met aanvragen, omdat het onderwijs in ieder geval moet doorgaan.
De wethouder DE HAAN heeft niet de indruk dat er een duidelijke ju
risprudentie op dit terrein is. Spreker gelooft dat het wel even zal duren,
voordat die er komt, omdat er heel dikwijls een tamelijk groot verschil is
tussen de kostprijs van oude gebouwen en de mogelijke prijs van nu. Daarom
acht hij het risico dat de heer Verheus voorzichtig doet veronderstellen niel
- 195 -