16 november 1966. hij zijn auto voor de deur van zijn woning en niet op dit terrein parkeren. Wanneer echter 's avonds iets te doen is in het wijkgebouw of in het gebouw van de Protestantenbond, dan zal het terrein geheel vol staan met auto's van bezoekers. De heer WESTRA vraagt of de gedachte verharding met bitumentegels wel in overeenstemming is met de bestemming van het terrein voor basketbal en volleybal. Van deskundigen heeft hij vernomen, dat er nogal bezwaren tegen een dergelijke verharding bestaan. Bij het beoefenen van het spel valt men namelijk nogal eens. Met het oog daarop zijn genoemde tegels min der gewenst. Het is daarom beter een bepaalde verende, soqpele ondergrond te hebben. Kan het college advies van deskundigen vragen, ten einde te komen tot een zowel voor het parkeren als voor de sportbeoefening geschikte verharding? De wethouder DE HAAN wijst er op dat het in dit geval niet gaat om sportbeoefening, maar om spelbeoefeningMen moet waken tegen de oude perfectionistische Nederlandse Adam. Men moet deze zaak niet zo super-de- luxe maken, dat men op deze terreintjes internationale toernooien kan gaan houden. Dat moet men nu net niet hebben.' Men gaat langzamerhand in Neder land lijden aan het euvel van een te groot perfectionisme op elk terrein. In het buitenland ziet men veel meer speelgelegenhedéndie van veel min der kwaliteit zijn dan hetgeen men in Nederland nastreeft, maar waarvan een zeer druk gebruik wordt gemaakt. In dit verband zij er op gewezen, dat men in het Soester Natuurbad reeds gedurende een reeks van jaren bete gelde volleybalvelden heeft, zonder dat daar ooit iemand ernstige verwon dingen heeft opgelopen. De gedachte tegels zijn de voordeligste oplossing en bieden heus wel de mogelijkheid om op een plezierige wijze van deze speelgelegenheid gebruik te maken 2bdra men echter begint te spreken over werkelijke sportbeoefening, komt men te staan voor bepaalde eisen. Het gaat hier evenwel om het scheppen van een mogelijkheid voor de jeugd om in ivrij verband een balspel te beoefenen. De heer WESTRA merkt op dat de wethouder het nu heeft over vrije sportbeoefening. Aanvankelijk zei de wethouder echter, dat wanneer een vereniging op deze gelegenheid sport wil beoefenen en niet zelf over materiaal daarvoor beschikt, de sportstichting zal bekijken of zij dat materiaal kan verschaffen. Het begrip "vereniging" heeft de heer de Haan zelf ingevoerd.' Naar aanleiding daarvan heeft spreker gevraagd, of het niet wenselijk is een andere verharding toe te passen. Die kan misschien zelfs goedkoper zijn dan de thans gedachte verharding. Men behoeft geen risico te nemen, wanneer het niet nodig is. De wethouder DE HAAN spijt het wederom te moeten constateren, dat de heer Westra niet goed heeft geluisterd. Spreker heeft niet gesproken van een "vereniging", maar van een "groepje". De heer WESTRA: Het woord "vereniging" heeft u gebruikt. De wethouder DE HAAN: Dat woord is niet gevallen. De heer WESTRA: Per se wel. De wethouder DE HAAN: Dan heeft u het alleen gehoord. Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 238(19) Voorstel tot uitname van gronden uit het grondbedrijf. Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 239(20) Voorstel tot het verlenen van een krediet voor de aansluiting op de riole ring van gemeentewoningen. De VOORZITTER deelt mede dat van de financiële commissie het vol gende advies is ingekomen: "Machtiging inzake al of niet verhoging van de huur ware t.g.t. te vragen". De heer WESTRA merkt op dat in de commissie openbare werken is toegezegd, dat burgemeester en wethouders de raad zullen inlichten, wanneer zij een huurverhoging entameren, opdat de raad op de hoogte blijft van het - 216 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 217