15 december 1966.
van de Malva Hoeve heeft geen repercussies op de gemeentebegroting, omdat
de gemeente geen bijdrage verleent in het exploitatietekort. De Malva Hoeve
moet zichzelf trachten te bedruipen. De gemeentebegroting behoeft hiervoor
dus niet te blijven liggen. Bovendien is een termijn van zes dagen na van
daag niet een zo grote vertraging dat dit problemen behoeft op te leveren.
Van de zijde van de V.V.D.-fractie is gevraagd naar de instelling
van een sportcommissie uit de raad. Hierover heeft het college reeds zijn
gedachten laten gaan. Spreker doet de toezegging dat het college zich nog
eens zal beraden over de vraag of het zin heeft een aparte commissie voor
de sport in het leven te roepen of dat het - zoals bij de verkeersvraagstuk
ken - aanbeveling verdient om een bestaande commissie met deze materie te
belasten en dan met name in de verordening dit soort werkzaamheden voor de
commissie te noemen.
De wethouder VAN DEN AREND spreekt zijn verheugenis uit dat door
de verschillende sprekers de ingediende begroting in haar algemeenheid
gunstig is beoordeeld. Het is verheugend dat de begroting sluitend.is,
al blijven er hier en daar nog wel enkele vraagtekens over, hetgeen door
verschillende sprekers naar voren is gebracht.
De heer Hom heeft gezegd dat de begroting wel sluitend zal zijn
gemaakt door flink het rode potlood te hanteren. Het samenstellen van een
begroting is altijd een passen en meten. Er is echter wel verschil tussen
de begroting voor het ene jaar en die voor het andere jaar. Dit jaar heeft
men niet zozeer met het rode potlood behoeven te werken. Vorig jaar
moest dat wel gebeuren. Toen was er aanvankelijk een aanmerkelijk tekort.
Dat heeft men kunnen terugbrengen tot 147.000,--. De rekening over dat
jaar zal wel laten zien, dat dit tekort is omgezet in een batig saldo.
Gedeputeerde staten hebben op 24 mei bericht, dat zij voor deze keer het
begrotingstekort door de vingers wilden zien, omdat de gemeente Soest nog
over enkele reële reserves beschikte. Maar daar werd meteen bij gezegd:
Wanneer u het volgend jaar wederom een begrotingstekort heeft, dan dient u
toch middelen te overwegen om de begroting sluitend te maken. Daarbij werd
bijv. gedacht aan verhoging van de straatbelasting, die nog niet tot het
maximum is opgevoerd. Verder heft de gemeente nog niet de maximale opcenten
op de hoofdsom van de personele belasting. En zo zijn er nog enkele dingen
te noemen. Ook dit jaar heeft men echter niet tot dergelijke maatregelen be
hoeven over te gaan.
Mevrouw Polet heeft er terecht op gewezen, dat er een zekere
achterstand dreigt te ontstaan, doordat verleden jaar verschillende geplande
werken niet zijn uitgevoerd. De rente en afschrijving van die werken komen
thans ten laste van de begroting 1967. Het college meent de raad te moeten
voorstellen, daaraan slechts enkele nieuwe werken toe te voegen. Natuurlijk
zou men meer nieuwe werken op de begroting kunnen opnemen. De wensen en de
noodzaak zijn groot. Maar in de eerste plaats moet de uitvoering van die wer
ken technisch mogelijk zijn, terwijl men anderzijds door het brengen van die
werken op de begroting wederom zou komen te staan voor een begrotingstekort.
Het gevolg daarvan zou weer zijn geweest, dat het college had moeten komen
met een voorstel tot verhoging van belastingen .Wanneer het technisch toch
niet mogelijk is alle werken uit te voeren, dan is het in zekere zin dwaas
heid om alle werken op de begroting op te nemen. Men kan beter ramen hetgeen
zo enigszins mogelijk in uitvoering kan worden genomen.
Spreker had de indruk, dat mevrouw Polet bedoelde: U had wel wat
meer kunnen ramen, want er zijn toch nog wel andere wegen om aan geld te
komen. Er is slechts één mogelijkheid om aan meer geld te komen. En die mo
gelijkheid is het doen van een extra beroep op het gemeentefonds. Men zal
zich wellicht afvragen: Hoe is het toch mogelijk, dat grote gemeenten met
miljoenentekorten maar raak leven? Amsterdam heeft een tekort van 80
miljoen gulden. En dan zegt men al gauw: Daar lopen de zaken toch ook. In
- 241 -
W