15 december 1966. doet zich ten aanzien van het personeel op het ogenblik ook al voor. Er blijft per 1 januari a.s. nog maar een gedeelte van het personeel bij het G.C.N. in dienst. Men doet op het ogenblik alle mogelijke moeite om het overtollige personeel te doen afvloeien naar verschillende distributiebedrijven. Vorige week is in een vergadering van het G.C.N. besloten om alle gemeentebesturen die zijn aangesloten bij het G.C.N.uit te nodigen eventueel benodigd per soneel van het G.C.N. over te nemen in hun eigen bedrijf. Op die manier wil men zo spoedig mogelijk die afvloeiing bevorderen. De financiële verplich ting van de gemeente ten opzichte van het G.C.N. 10,per aansluiting) kan dan ook ieder jaar minder worden, naarmate de kosten voor het G.C.N. afnemen. De heer WESTRA is het niet met wethouder van den Arend eens. De wethouder stelt dat het G.C.N. aan het einde van dit jaar als productiebe drijf sluit. Dan blijft alleen het distributiebedrijf over. De kosten van die distributie worden verhoogd door de overheadkosten van het G.C.N., welk bedrijf uiteindelijk geen enkel voordeel meer voor de gemeente oplevert. Daarom heeft spreker gevraagd: Is het niet mogelijk het G.C.N. te liquide ren. Hij weet wel dat de boedel dan door een notaris moet worden beschreven en ieder krijgt zijn nadelig aandeel, maar dit zal voor de gemeente uitein delijk voordeliger zijn dan het constant ieder jaar betalen van 7700 maal 10,dat is 77.000,Bovendien wordt de inkoopsprijs van het gas verhoogd met ongeveer Op cent. Wat uiteindelijk op de 15 miljoen verbruikte m3 120.000,betekent. Gevoegd bij die 77.000,betaalt de gemeente Soest jaarlijks, alleen voor het lidmaatschap van het G.C.N. zonder enig aanwijsbaar voordeel, 2 ton. Wanneer de mogelijkheid bestaat dit bedrag door middel van liquidatie van het G.C.N. te besparen, zullen pogingen tot liqui datie van het G.C.N. moeten worden genomen. Dit probleem speelt natuurlijk niet alleen in Soest, maar ook in de andere aan het G.C.N. deelnemende ge meenten. Dit motief was voor de noordelijk van Soest gelegen gemeenten, in de omgeving van Hilversum, aanleiding om de bestuurlijke organisatie met betrekking tot het gasdistributiebedrijf aldaar anders te regelen. Ten aanzien van een lager tarief voor blokverwarming zegt de wet houder dat de tarieven in 1959 zijn vastgesteld. Spreker is verteld, dat de toen ingestelde tarieven sloegen op de levering van groot-industriële afnemers, maar niet op blokverwarming. Wanneer b.v. Rotterdam het wel nood zakelijk vindt om die clausule omtrent reductie bij blokverwarming met een afname van minstens 20.000 m3 per jaar in zijn tarieven op te nemen, dan is er toch ook geen enkele aanleiding voor de gemeente Soest om dat niet te doen? Dat tarief kan toch door de gemeenteraad worden vastgesteld? Dan weet iedereen waar hij aan toe is. De Gasunie verleent een jaarlijks vast te stellen reductie aan de afnemer, in dit geval het gemeentelijk gasbedrijf. De tarieven voor de verbruikers worden door de raad bepaald en niet door de Gasunie. Dus moet die bepaling van die reductie een bepaalde souplesse hebben. Daarom wordt in de verordening gesteld, dat de reductie door burgemeester en wethouders wordt vastgesteld. De wethouder VAN DEN AREND zegt dat het geven van de reductie aan de verbruikers door het besluit van de gemeenteraad van 1959 mogelijk is. Hij herhaalt: De reductie wordt in eerste aanleg door de Gasunie aan de gemeente uitbetaald en de gemeente betaalt de reductie weer aan de belang hebbenden. uit Het G.C.N. heeft zijn bevoegdheden kunnen uitbreiden door de z.g. witte plekken in de aangesloten gemeenten van gas te voorzien. Dat is een taak die het G.C.N. op zich heeft genomen en uit dien hoofde ook al kan niet zondermeer worden besloten uit het G.C.N. te treden. De heer 0LDENB00MMoeten wij die kosten betalen, omdat wij toe vallig lid zijn? - 262 -

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 263