15 december 1966.
voorziening in onrendabele gebieden. Het G.C.N. is een orgaan van enige
gemeenten. De onrendabele gebieden liggen over de gehele provincie verspreid.
Spreekster is er volmaakt mede eens, dat het G.C.N. een instrument is, dat
voor de gas voorziening in die onrendabele gebieden kan worden gebruikt.
Het valt echter niet in te zien, dat de daaraan verbonden kosten door
slechts een aantal gemeenten moeten worden gedragen. Wanneer een provinciale
taak wordt uitgevoerd, moeten de kosten daarvan ook door de provincie wor
den gedragen. Bovendien valt niet in te zien, waarom nu juist de consumen
ten van gas voor iets algemeens moeten betalen. De zaak zou anders liggen,
indien iedereen gas gebruikte. Er zijn een aantal gemeenten waar gas wordt
gebruikt. Maar binnen die gemeenten is er een grote groep van mensen, die
nooit gas gebruikt. Als het hier een gemeentelijke taak betreft, zouden
die mensen toch op een andere manier een bijdrage moeten leveren. De gas
levering in de onrendabele gebieden heeft niets met iets zakelijks te maken;
het is een ideële aangelegenheid. Het zou inderdaad van belang zijn van de
zijde van de gemeente Soest deze zaak eens in het G.C.N. aan de orde te
stellen. Het G.C.N. zal voor bedoelde ideële taak een bijdrage aan de pro
vincie kunnen vragen. Daardoor zou de bijdrage van de deelnemende gemeenten
aan het G.C.N. kunnen worden verminderd. En dat heeft weer invloed op de
gasprijs
De VOORZITTER zegt dat vermoedelijk in de januarivergadering de
begroting van het G.C.N wordt aangeboden. Dat lijkt hem een goede gelegen
heid om deze zaak nog eens grondig te bestuderen en na te gaan of de raad
tot een zekere uitspraak met betrekking tot het G.C.N. moet komen.
De heer WESTRA zegt dat de volgorde waarin de voorzitter de di
verse sprekers het woord heeft verleend, tot gevolg heeft gehad dat hij
niet heeft kunnen voorstellen hetgeen inmiddels door de heer Oldenboom is
voorgesteld, namelijk om de vertegenwoordiger van de gemeente Soest te ver
zoeken de onderhavige materie in de eerstvolgende vergadering van het
G.C.N. aan de orde te stellen.
Mevrouw Polet heeft terecht opgemerkt, dat wanneer het G.C.N.
een provinciaal belang verzorgt, daarvoor van provinciewege een bijdrage
moet worden gegeven. Een dergelijke provinciale bijdrage zal ten voordele
zijn van de gasafnemers in de diverse gemeenten.
Wat de liquidatie van het G.C.N. betreft, merkt spreker op dat
de gasunie met betrekking tot de vergoedingen voor bestaande installaties
een royaal standpunt heeft ingenomen.
Spreker heeft geenszins gezegd dat de toetreding tot het G.C.N.
destijds geen juist besluit is geweest. Hij heeft gezegd: Het G.C.N. was
vroeger een productiebedrijf, terwijl het thans uitsluitend een distributie
bedrijf is. Destijds lagen de kaarten in een bepaalde volgorde op tafel.
Gezien de veranderde omstandigheden is er alle aanleiding de kaarten op
nieuw te schudden en na te gaan welk spel thans gespeeld moet worden. Het
zou goed zijn dat de vertegenwoordiger van de gemeente Soest deze materie
in het G.C.N. ter sprake brengt en in de daarop volgende raadsvergadering
- eventueel in een besloten vergadering - daarover uitvoerig verslag uit
brengt
De heer PIEREN zegt dat het college zich ongetwijfeld zal herin
neren, dat toen de begroting 1965 van het G.C.N. de raad ter kennisneming
werd gegeven, hij de opmerking heeft gemaakt: Is het moment niet aangekomen,
dat Soest uit het G.C.N. treedt? Dat had een diepere achtergrond, de wethou
der weet daar alles van. Het was de bedoeling hiermee een lagere gasprijs
te bereiken.
Destijds is met algemene stemmen het besluit genomen om tot het
G.C.N. toe te treden - oud-wethouder Oranje was van die toetreding de grote
voorvechter, gesteund door de toenmalige leden van de gascommissie
Persoonlijk ziet spreker in de verre - misschien ook wel nabije
- 265 -