15 december 1966.
De heer PIEREN heeft de mogelijkheid van een provinciaal energie
bedrijf aangestipt; dat men straks- zal moeten komen tot een centraal lichaam
dat gas, electriciteit en water levert. Ook spreker meent dat het die kant
zal uitgaan. Alleen het moment waarop het zover zal zijn, is onduidelijk.
In het G.C.N. is er meer-malen over gesproken. Ook daar is men ervan over
tuigd, dat het uiteindelijk op één centraal lichaam zal uitlopen. Op het
ogenblik werkt men echter volgens de huidige situatie verder. Dat is voor
de gemeente Soest nog het voordeligste. Soest staat er het gunstigste voor.
Wanneer men meent dat de tarieven in Soest in ongunstige zin worden bein-
vloed door de werkzaamheden van het G.C.N. in de witte plekken gebieden,
dan moet spreker dat ten stelligste bestrijden. Soest heeft zeer gunstige
tarieven, ook ten opzichte van andere deelnemers aan het G.C.N.
De VOORZITTER wil thans van het G.C.N. afstappen, omdat die mate
rie later nog aan de orde komt.
De heer WESTRAWat is nu besloten?
De VOORZITTER: Ik heb voorgesteld de onderhavige materie verder
te laten rusten. In een later stadium komt het G.C.N. namelijk toch weer
aan de orde; bij de behandeling van de begroting van het G.C.N. in de raad.
De wethouder DE HAAN: In januari.'
De heer WESTRA verzoekt daarop de begroting van het G.C.N. niet
alleen in de gascommissie ter sprake te brengen, maar ook in de financiële
commissie
De wethouder VAN DEN AREND: Als daar gelegenheid voor is, ja.'
De heer VAN DEN BERG vraagt naar aanleiding van het antwoord van
burgemeester en wethouders op de door hem gestelde vraag over de staat
van kapitaalsuitgaven (blz. 118) of er in Soest iets wordt gedaan aan kre
dietbewaking
De VOORZITTER: Ik begrijp het verband niet tussen de staat van
afschrijvingen en de kredietbewaking.
De heer VAN DEN BERG merkt op dat hij bij de behandeling van de
onderhavige begroting in de afdeling ten aanzien van de aanschaffingskosten
tot en met 1965 een vergelijking heeft gemaakt met de begroting van 1966.
Daar zat een verschil in van ruim 50.000,
De wethouder VAN DEN AREND: Het gaat hier om geschatte posten.
Die posten zijn terug te vinden onder volgnummer 166 op bladzijde 117. Die
posten kunnen meer of minder bedragen. Dat zal de praktijk moeten uitwijzen.
De heer VAN DEN BERG zegt dat de aanschaffingskosten tot en met
1965 ruim 3 miljoen gulden bedroegen. Vergelijkt men dat totaalbedrag met
de overeenkomstige kolom, op de begroting van 1966, dan zal men zien, dat
daar het bedrag 56.000,hoger is.
De wethouder VAN DEN AREND: Houdt dat misschien verband met wat
in het antwoord van burgemeester en wethouders staat vermeld, namelijk dat
er nog een slotwijziging komt?
De heer VAN DEN BERG: Er is in een periode van één jaar een kre
dietoverschrijding van 56.000,
De wethouder VAN DEN AREND: Ik kan het niet zo-veel vinden;
56.000,-- op zo'n groot bedrag van 3.000.000,
De VOORZITTER: Dit zal nog tot uiting komen in de begrotingswij
ziging. De heer van den Berg vindt dat het hier om een hoog bedrag gaat.
Maar hij moet dat zien in het licht van de grote investeringen die het gas
bedrijf op het ogenblik moet doen.
De heer VAN DEN BERG: Daar gaat het niet om.' Er is destijds een
krediet verleend van 175.000,voor wijziging van het hoofdbuizennet.
Hierop vindt thans een overschrijding van 56.000,plaats.'
De wethouder VAN DEN AREND: Dat hoeft niet in die post te zitten.'
Die overschrijding kan ook wel in een andere post zitten. In die 175.000,-
was ook begrepen de opbouw van een gasontvangstation in Soesterberg. Dat
is niet doorgegaan, omdat de G.C.N. die bouw voor zijn rekening heeft geno-