21 december 1966.
raad. Het ligt derhalve in de bedoeling een weg aan te leggen waaraan
de fa. Luijben straks haar bedrijf kan plaatsen, omdat deze firma in
verband met de woningbouw van de huidige plaats moet verdwijnen.
De heer de Groot heeft gelijk wanneer hij stelt dat, wanneer de
raad geen krediet verleent, er moeilijkheden ontstaan. Want dan kan de
weg niet worden aangelegd en kan het bedrijf van de fa. Luijben niet
worden verplaatst.
De heer DE GROOT: Het zou misschien beter zijn geweest, als het
college het krediet in de vorige raadsvergadering had gevraagd, zodat de
raad niet voor een voldongen feit had komen te staan en het college niet
in ernstige moeilijkheden had kunnen komen als iemand bezwaar tegen het
voorstel zou maken.
De wethouder HILHORST: Voor dat laatste behoeft u geen vrees te
hebben, want het college moet wachten tot het krediet is goedgekeurd.
Voortgaande zegt spreker, dat de fa. Luijben niet reeds morgen
wordt verplaatst. Maar zij heeft de terreinen die zij in optie had, aan
vaard. De fa. Luijben wil haar bedrijf daar voortzetten. Om de fa. Luijben
dit terrein te kunnen laten gebruiken, moet een weg worden aangelegd.
De gemeente verleent het krediet wel, maar het bedrag is in de grondprijs
verdisconteerd
De heer VAN POPPELEN zegt dat het onderhavige voorstel in de
commissie openbare werken is besproken. Alle aanwezige leden verklaarden
zich met het voorstel akkoordzonder dat er een verandering in werd aan
gebracht
De wethouder HILHORST: Goed, maar er is nog pers ook.'
Voortgaande zegt spreker dat hij er helemaal geen bezwaar tegen
heeft dat in het openbaar de aandacht wordt gevestigd op onderdelen die
inderdaad in de commissie worden besproken. Inderdaad is deze materie in
de commissie behandeld. Wanneer dezelfde vraag in de commissie was gesteld,
zouden dezelfde antwoorden zijn gegeven.
De heer DE GROOT: Wat bedoelt u daarmee?
De wethouder HILHORST: Uw collega had hetzelfde antwoord gekregen
als u nu hebt gekregen, wanneer hij er naar had gevraagd. Kunt u dat
volgen?
De heer DE GROOT: Jazeker, nu wel. Ik dacht dat u in de veronder
stelling was, dat ik deel uitmaakte van de commissie van openbare werken.
De VOORZITTER zegt dat de heer de Groot nog een vraag heeft ge
steld met betrekking tot de naam van de desbetreffende weg. De weg heeft
nog geen naam gekregen. Er bestaat een commissie voor de straatnamen, die
advies uitbrengt. Deze commissie zal worden verzocht met een voorstel te
komen. Het college heeft geen naam geheim gehouden.
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
269(14) Voorstel tot het in gebruik geven van grond aan de Van Weerden Poelmanweg
aan de vereniging "De Utrechtse Heuvelrug".
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
270(15) Voorstel tot het verlenen van een aanvullend subsidie aan de openbare
bibliotheek.
De heer VAN POPPELEN zegt dat toen de "Stichting Openbare Lees
zaal en Bibliotheek" is gevormd, is gesteld dat de besturen van de beide
afzonderlijke bibliotheken zouden blijven bestaan in verband met een hogere
subsidiemogelijkheid. In het voorstel staat thans "ten gevolge van het
samengaan van laatstgenoemde bibliotheken". Moet hier misschien staan "het
samenwerken"?
De wethouder DE HAAN zegt dat er inderdaad sprake is van "samen
gaan". De ingewikkeldheid van de rijkssubsidieregeling maakt het noodzake
lijk, dat pro forma de besturen blijven bestaan als een soort voedingsbodem
voor dat deel van het bestuur, dat vanuit deze besturen wordt gevormd.