21 december 1966.
Men heeft voor een gymnastieklokaal niet voldoende emplooi en men gebruikt
de zaal dan ook voor uitvoeringen en dergelijke. Dat is van de nood een
deugd maken. Aan een vloer van een gymnastiekzaal worden speciale eisen
gesteld. De gymnastiekvloer lijdt onder een andersoortig gebruik. Terwijl
wanneer men een vloer maakt voor het andersoortige gebruik, die vloer niet
zo geschikt zal zijn voor gymnastiekbeoefeningen. In Soesterberg zal het
gymnastieklokaal de gehele dag en iedere avond in gebruik zijn. Het ge
bruik van de zaal zal dan ook geheel kunnen worden afgestemd op het gebruik
als gymnastieklokaal. In het nadere overleg zal deze materie nog moeten
worden bekeken.
De heer PIEREN wil als raadslid en als lid van het stichtings
bestuur over het Dorpshuis Soesterberg ook graag enkele opmerkingen maken.
Van groot belang is het reeds door de voorzitter genoemde overleg dat zal
plaatsvinden tussen de Stichting het Dorpshuis Soesterberg, de provinciale
werkgroep dorpshuizen, de rijksconsulent voor lichamelijke opvoeding en
de directeur van het bibliotheekwezen, bij welk overleg men tot een juiste
opzet wil komen. Dit vóóroverleg is van groot belang voor de architect,
omdat dit vooroverleg tot resultaat kan hebben, dat de architect tekeningen
kan ontwerpen, die door de toetsènde..instantiës gelijk worden goedgekeurd.
Wanneer de architect zonder meer zou beginnen met tekenen, zou men tot
een situatie kunnen komen, waarin de toetsende organisaties onmiddellijk
met een rood potlood een streep door .de tekeningen geven. Het vooroverleg
is heel erg belangrijk en wanneer de raad zou besluiten het onderhavige
voorstel goed te keuren, dan verzoekt spreker het college het vooroverleg
op korte termijn te doen plaatsvinden.
De VOORZITTER: Dat ligt ook in de bedoeling.'
Het voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
288(33) Voorstel tot intrekking van het raadsbesluit van 16 november 1966 tot ver
koop van grond aan de N.V. tot Exploitatie van Onroerende Goederen "N.E.O.".
Dit voorstel wordt zonder discussie en zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
289(34) Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de
verbetering van de Mal va Hoeve.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL zegt dat hij in de eerste
plaats voor goed begrip voorop wil stellen, dat hij onderscheid maakt
tussen het aanvullendekrediet dat wordt gevraagd en aan de andere kant
de manier waarop deze zaak op het ogenblik wordt behandeld.
Om tijd te sparen, wil spreker allereerst de volgende vraag
stellen: Is het college op de hoogte van de mening van het stichtingsbestuur
van de Mal va Hoeve met betrekking tot de onderhavige zaak? Er is namelijk
een vergadering van het stichtingsbestuur geweest en het stichtingsbestuur
heeft over de onderhavige zaak een bepaalde mening en heeft die mening
aan het college willen kenbaar maken. Heeft het college kennis kunnen nemen
van de mening van het stichtingsbestuur?
De VOORZITTER: Wethouder de Haan heeft van een en ander mede
deling gedaan in het college.
De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL: Het stichtingsbestuur meent
dat dit agendapunt moet worden aangehouden.
De wethouder DE HAAN zegt dat het vaststellen van de begroting
voor de Malva Hoeve vorige week is uitgesteld tot na de behandeling van
het bij dit punt voorgestelde krediet. Wanneer het voorstel tot krediet
verlening zou worden uitgesteld, betekent dat ook opnieuw een uitstel van
de behandeling van de begroting. En dan zal de begroting van de Mal va Hoeve
achter moeten blijven bij de andere te verzenden stukken van de begroting
naar Utrecht. Het college ziet liever dat de raad het krediet goedkeurt,
evenals de begroting met een kleine wijziging in de aanvankelijk geraamde
huurprijs (toe te voegen aan de post onvoorzien). Er zal zo spoedig mogelijk
- 307 -