16 februari 1966. isch ten r, urd 'oor 37(10) Voorstel tot uitname van grond uit het grondbedrijf. Deze voorstellen worden achtereenvolgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 38(11) Voorstel tot financiële medewerking aan de bouw van een bejaardenverzor gingstehuis op een terrein nabij de Molenstraat. De VOORZITTER deelt mede dat de financiële commissie voor stelt om dit voorstel aan te houden en deze aangelegenheid eerst in han den te stellen van de plaatselijke stichting om advies. De heer BERKELBACH VAN DER SPRENKEL heeft, met het oog op het feit dat men een jaar of twee geleden lang heeft moeten wachten op een goedkeuring van statuten (voor naar hij meent De Mal va Hoeve) en aangezien hij heeft geleerd dat statuten toch wel belangrijk zijn, eens gegraven in zijn dossier over de plaatselijke stichting voor de huisvest:ng van bejaarden. Spreker heeft daarbij echter geen statuten van deze stichting kunnen vinden. Vervolgens heeft hij gevraagd om een exemplaar van de statuten, Daarop heeft hij een copie van de stichtings akte, althans van de akte van installatie, ontvangen die in 1959 is ge passeerd door notaris van Geer. Indertijd is er een speciaal nummer van het gemeenteblad met de statuten van de stichting De Malva Hoeve verschenen. Is hetzelfde gebeur} ten aanzien van de plaatselijke stichting voor de huisvesting van bejaarden? Zo neen, dan begrijpt spreker enigszins hoe de vork aan de steel zit, doch dan zal hij hierover gaarne nader worden ingelicht. Zo ja, dan zal hij gaarne vernemen of er wellicht een gemeenteblad is verschenen dat de raadsleden niet hebben ontvangen. Spreker heeft eens nagegaan, wie er thans nog deel uitmaken van het bestuur van de plaatselijke stichting. Hij heeft daarbij gecon stateerd, dat dat bestuur nog wel bestaat, doch hij weet nog niet pre cies wie hiervan deel uitmaken. Hij betreurt het dat het stichtings bestuur niet is gekendalthans niet als geheelin de voorliggende concept-begroting. Hij kan zich voorstellen, dat de financiële com missie heeft gezegd, dat zij graag wil weten hoe het stichtingsbestuur over deze zaak denkt. Hij heeft in de raad reeds eerder de waarschuwing laten horen, dat de verhoudingen tussen het gemeentebestuur en de stich tingen die van de gemeente uitgaan, voor,wat de communicatie en ook voor wat de werkwijze betreft beter kunnen zijn dan tot dusverre het geval is geweest. Dit geldt zijns inziens ook ten aanzien van de onder havige zaak. Hij begrijpt niet goed, waarem het niet mogelijk is ge weest om het stichtingsbestuur in te lichten, dat deze cijfers vandaag in de raad zouden komen. Deze inlichting zou hij heel simpelweg een kwestie van hoffelijkheid tegenover het stichtingsbestuur hebben gevon den, Het inlichten vSn het stichtingsbestuur behoefde helemaal niet te betekenen dat men aan deze cijfers van tevoren ook een vergadering moest wijden. Spreker kan zich voorstellen, dat dat, hoezeer het misschien ook gewenst was, technisch onmogelijk is gebleken. Men begint nu in Soest van de gemeente uit een zaak op touw te zetten en te exploiteren die in de miljoenen loopt. Het betreft hier iets dat wordt opgedragen aan een stichtingsbestuur. Dat stichtings bestuur, bestaande uit een aantal leden van de raad (als verlengstuk van het gemeentebestuur) en een aantal burgers, krijgt een zekere verant woordelijkheid voor deze zaak. Als spreker bij zichzelf te rade gaat met betrekking tot de vraag, hoe deze verantwoordelijkheid op een ver antwoorde manier kan worden gedragen, dan moet hij stellen dat dat niet is op de wijze zoals men tot dusverre als stichtingsbestuur heeft ge werkt. Ik ben zo zegt spreker, erg kritisch en misschien een beetje scherp; dat is men in deze kamer niet zo gewend van mij, maar ik geloof dat het toch wel goed is om thans, nu wij aan het begin staan, over en - 31 - 'OUW ï- 3n

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1966 | | pagina 32